Vingervirtuoos Vangelis verpakte dat gevoel in een schitterend stuk. Vroeger woonde ik in een huis aan de Radijsstraat dat het PaRadijs heette. Van een paradijs op aarde kon je daar echter niet spreken. Veel anders was dat gisteravond. Vrienden van vroeger bij elkaar om te genieten van de randzaken bij het schaken. Voedsel van Griekse bodem werd ons voorgeschoteld door Jan-Joris.
‘Ik heb stress schatje’. Intern bij Jan-Joris gebeurde een hoop voordat dit maal op tafel stond. In niet veel meer dan een kwartier hadden de veelvraten van LOS het overheerlijke voedsel, behoudens een deel van de tzatziki, verorberd. Immens gelukkig keek Groen naar het overblijfsel.
Chef in eigen huis is hij namelijk niet zo vaak en zijn liefde voor tzatziki wordt niet door iedereen gedeeld. Complex Hendrikstraat werd verruild voor het herenhuis aan der Hoge der Aa. Chauvinisten kunnen hun geluk niet op in het pand met meer kaarten van Groningen aan de muur dan in Stad zelf. Circa 6 jaar geleden schreef ik toentertijd nog spelend voor SISSA een verslag over dit huis waar de heimwee woont. C is een moeilijke letter om zinnen mee te beginnen als je niet zo’n begenadigd schrijver bent als sommige in ons team.
Tegenstander voor deze wedstrijd kwam uit Winschoten. Tegenover mij nam de sympathieke Fred plaats. Triomfantelijk keek hij mij aan toen ik een half uur in de denktank moest om mijn lichtzinnige openingszetten te verantwoorden. Terwijl ik zwoegde had Hummel zowel op het schaakbord als op de divan naast het bord een comfortabele stelling bereikt. Totaal in zijn element legde hij na zijn gewonnen partij de kneepjes van het schaakspel uit. Trots als een pauw na Dxd6.
Ondertussen boden de tegenstanders van Benno en Renze kranig verweer. Ome Benno had een ware Griekse falanx tegenover zich gekregen (h5-f7-c4). Oeverloos (zo bleek achteraf) probeerde Benno zich een weg te vinden door deze beproefde opstelling.
Renze had iets minder moeite dan Benno, maar nog steeds moeite. Ridderlijk vocht zijn tegenstander de strijd. Ruiterlijk moest hij uiteindelijk toegeven dat Renze de betere was in deze partij. Rest ons nog het resultaat van Benno en mijzelf.
Intussen had ik al gewonnen en zat ik beneden met de vele aanwezige fans te keuvelen. Ietwat verbijsterd luisteren de fans naar verhalen over Psalm 84. Ik, Jan Cremer, niet te verwarren met Jan Cremer, kwam ook voorbij. In mijn tegenstander had ik overigens een waardige verliezer gevonden: ‘Ik eet er niet minder schnitzels om’.
En daar kon ik alleen maar blij om zijn. Eer van Winschoten werd gered door de tegenstander van Benno. Even leek het alsof Benno geïnspireerd door het maal van Jan-Joris en door Tantulus eeuwig door zou spelen. Enkele momenten later berustte hij toch in remise. Een ronde verder in de beker. Ernst-Jan Pastoor een tevreden teamleider!
Auteur: Hendrik
‘Eigenlijk win ik altijd van Koen.’
Benno’s bravoure. Mentaal sterk. Zodra Koen tegenover hem gaat zitten aan het schaakbord, weet Benno dat ie gaat winnen. Waarom begin je zo’n verslag met Benno en Koen? Zij hebben helemaal niet gespeeld tegen Apeldoorn. Correct en tevens juist. Tegen Apeldoorn waren zij (samen met Casper) de reden waarom schaken een feestje is bij LOS. Casper bemande de bar, zorgde voor de koffie en belde Dijkstra dat hij op moest opschieten. Een puntje van aandacht voor Rupert. Als Arjan de telefoon opneemt is het leuk als je zingt: Ik bel je, ik bel je. Benno kwam na een uur binnen met broodjes vis en begon shotjes te bestellen. De Vereniging kon niet achterblijven en kwam net op tijd om mij een eindspel zien te verkrachten. Ondanks dat kreeg ik tijdens het schaken wel een biertje van hem. Fijn dat Paul weer beter is.
Apeldoorn – LOS was een ware bekerkraker. Snelschaken, Beerdsen mist mat in 1, een halfje is genoeg. Teamleider van dienst Renze memoreerde nog even aan deze topper in zijn openingsspeech. Bij LOS – Apeldoorn waren de gemiddelde ratings wat lager. De wil om te winnen was niet minder. Beerdsen pakte de zwarte pion dus wij hadden wit op 1. Dat betekende dat Pastoor op 2 de zwarte stukken bediende tegen Stefan Colijn. Schaken is een erg rijk spel. Pastoor speelt al 17(?) jaar ongeveer hetzelfde met zwart, maar de manier waarop Colijn de boel aan pakte had hij nog nooit gezien. Pastoor reageerde niet goed en verloor snel een stuk. Een paar pionnen compensatie en teamgenoten waren goede redenen om door te spelen. Colijn is echter verder niet in de problemen gekomen en maakte het soepeltjes uit. Als Pastoor had gewonnen kwam die 2000 wel erg dichtbij en dan moet Groen stoppen met schaken. Voor het team was deze nederlaag dus wel nuttig. Pastoor zou bij snelschaken wel weer op zijn post zijn.
Op de andere drie borden 2 punten pakken leek gedurende de wedstrijd niet onmogelijk. Op 1 had ik met wit ongelofelijk saai geopend tegen GM in spe en leek niet veel aan de hand. Renze stond wel een beetje matig, maar goed het is Renze. Dijkstra had naar eigen zeggen iets briljants gedaan of iets heel slechts tegen Van der Elburg. Het bleek prima te zijn en Arjan kreeg een speelbare stelling. Ik heb niet helemaal gevolgd hoe, maar na een afwikkeling had Arjan ineens een monster van een vrijpion. Die bleek beslissend te zijn. Renze had heel lang nagedacht, maar geen oplossing gevonden voor zijn problemen. Tegenstander Lammens maakte het netjes af en sprak later op het terras respectvol: Renze had zijn dag niet vandaag, normaal gesproken is hij veel sterker. Ik moest dus winnen van Beerdsen. Hij was ergens remise uit de weggegaan, waar hij later naar eigen zeggen spijt van had. Misschien heb ik ergens een kans gehad om een klein voordeeltje om te zetten naar wat meer, maar met weinig tijd lukt het niet. Toen vergooide ik met luttele seconden op de klok ook nog het halfje door Kf3 in plaats van Ke3 te spelen. Eindspelles van Koen, lesje bravoure van Benno voor de volgende wedstrijd a.u.b.
3-1 verliezen van Apeldoorn is uiteraard geen schande. Onze sympathieke tegenstanders bleven nog even hangen voor een biertje, pizza, colaatje voor Beerdsen (snel GM worden!) en bughousen om shotjes. Er werd veel lawaai gemaakt voor een Stille Zaterdag. Benno heeft overigens voor bughouse een ongekend talent. Hij won weer van Koen. Toch zal ik altijd liever naast Pastoor zitten.
To play for a draw, at any rate with white, is a crime against chess
Afgelopen zaterdag traden we met LOS aan tegen Meppel. Duiding vooraf: Meppel had nul verliespunten, wij 1. Bij winst zouden we het kampioenschap zelf in de hand hebben. Andere resultaten zouden het initiatief aan Meppel laten. Een ware kraker dus.
In Meppel speelden we in een bovenzaal van een bruin café. 5 liter flessen whisky en flessen whiskey van vijf liter, blikken van Droste, metalen reclameborden van Freddy’s bier. U kent het wel. De deuren waren wat moderner en konden daarom maar vanaf één kant open. Het proces van trial and error om de juiste deurstopper te vinden die zo min mogelijk tocht zou veroorzaken was een genot voor het oog. Bierviltjes bleken de winnaar.
We startten de wedstrijd met 7 man. Last minute invaller Groen was verkeerd gelopen, maar vond de speelzaal toch nog een paar minuten na aanvang. Fijn dat wanneer de nood aan de man is we toch makkelijk 8 borden vol krijgen.
Paul was een weekje ziek geweest. Hij speelde niet opperbest en vroeg of ie een halfje mocht maken. Zo gezegd zo gedaan. Koen moest heel lang nadenken, terwijl zijn tegenstander het nog wist. Koen had nagedacht en toen wist zijn tegenstander het niet meer. Koen won. Je kon merken dat Paul ziek was of het spannend vond. Normaliter voorziet hij de nog spelenden van een pilsje dan wel shotje als hij zelf al klaar is.
Floris speelde een goede pot. Zetjes blijven doen. Tegenstander Jans ging wat frivool met de dame op en neer. Floris offerde een kwal en kreeg lopers waar je u tegen zegt. In al verloren stelling zag Jans mat in 1 over het hoofd. Frits’ partij heb ik niet heel erg gevolgd, hij verloor van GM De Vreugt. Frits had wel goed zijn best gedaan, want zijn tegenstander was moe. Gelukkig kreeg De Vreugt advies over leaseauto’s en zonnepanelen van een clubgenoot/toeschouwer terwijl Berendsen nog aan het zwoegen was om het beslissende halfje tegen ondergetekende. Van zo’n advies kikker je wel lekker op. Praten/fluisteren in een schaakpartij is als ongewenste spreekkoren in een voetbalstadion. Mijn sympathieke tegenstander deerde het allemaal niet. Hij was een bekende remisevariant uit de weggegaan en zwoegde om in de partij te komen. Tal zou trots geweest zijn op onze partij. Berendsen vond met 1 seconde op de klok een enige zet, kwam na de tijdcontrole al gauw opnieuw in tijdnood, maar bleef overeind. Ik deed veel goed in deze partij, behalve winnen. Ik miste een matbeeld met een stand van 3,5-3,5 en liet de boel verzanden naar remise. Die gelijke stand was overigens op het bord gekomen door Groen die een combinatie miste, nadat hij wel 5 op een rij had gewonnen (pionnen op d4 tot h4) en Tjaart die wel kansjes had, maar een slagenwisseling op e6 had gemist en toen in het eindspel gepiepeld werd. Rupert had ondertussen soepel te winnen van Bas de Boer, maar was het wel zo soepel?
4-4 voelde als verliezen, vooral voor mij. Een kater bleef over. Dan mag je shoarma eten, zo gezegd zo gedaan. Een over datum Radler kon er ook nog wel bij. Snel naar binnen smijten en naar Groningen. Frits wilde bier.
Bij de analyse in H’tje kwamen de wildste varianten op het bord met een hoofdrol voor de paarden. Zo werd mijn partij ook nog even bekeken. Hoezo zie je Pc4 niet? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat Casper z’n jas nog terug heeft gevonden. Zijn tas zal voor altijd vereeuwigd zijn in een gedicht. Wellicht te lezen in de volgende bundel van Hummel. Leest u eerst maar eens de eerste: https://www.kleineuil.nl/manufacturer/erik-jan-hummel