Als het team maar wint…

Onze vorige uitwedstrijd was in Arnhem. Daar dacht ik door een puntje op bord 8 mijn team wel te kunnen motiveren tot een overwinning. Het team kon echter niet voldoende potten breken. Dijkstra liet de kans op het winnende halfje liggen. Groen was legendarisch slecht. Ik kreeg wat kritiek van het team te verduren over een slechte voorbereiding, vrijdag te weinig bier geregeld en dergelijke opmerkingen. Ik neem kritiek graag ter harte. Feedback is een cadeautje dat je niet in de bek moet kijken. De daaropvolgende thuiswedstrijd liet ik mezelf uit het team en faciliteerde ik de randzaken: 8-0 inclusief een puntje voor Arjan. Thuis zijn wij überhaupt heel sterk. Ik ben te lui om het op te zoeken, maar ik denk dat we thuis nog nooit hebben verloren.

Uit wel. Onder andere in Assen voor de Nosbo-beker een paar jaar geleden. Andermaal stond Assen uit op het programma. In het team merkte ik meer wilskracht om te winnen dan anders. Binnen Assen zitten een aantal (oud)Sissanen, vandaar wellicht. Voor thuiswedstrijden de randzaken goed op orde hebben is niet zo moeilijk. Een uitwedstrijd zou een echte test worden. Rutte en co waren druk bezig roet in het eten te gooien. Een samenzijn met het team op vrijdagavond bleek er niet in te zitten. Ik gooide het op een andere tactiek. De tegenstander verzwakken. Een paar drankjes en een shotje of twee later zat mijn taak erop. Dat ik mezelf daarmee ook verzwakte was niet erg. De boodschap van Arnhem uit was immers: eerst het team laten winnen, vervolgens kijken of je eigen partij nog het redden waard is.

Had ik het team wel goed neergezet? Was de balans verder wel goed? Groen en Pastoor beide rust gegeven deze ronde. Was het niet te veel van het goede? Zouden we wel genoeg shotjes doen? Allemaal vragen die niet door mijn hoofd schoten op zaterdagochtend. Ik had niet zoveel ruimte in mijn hoofd. Ik ontving vandaag wat meer steun van oud-teamleiders dan vorige wedstrijden. Koen had reisinformatie gedeeld, waardoor we ruim op tijd in Assen waren. Paul had gezegd dat ik hem op bord 1 moest zetten. Een meesterzet. Paul had de sterkste tegenstander te pakken. Hij leek wel wat kansen te hebben, maar Struik speelde erg sterk. Paul stond met zijn rug tegen de muur en zag geen brood meer in zijn stelling. Voor de volgende ronde gaat Paul op zoek naar brood bij de Gedächtniskirche of bij het Alexanderplein. Mijn tegenstander Haan bleek overduidelijk over veel meer begrip van onze opening te beschikken. De gehele partij stond ik iets minder. Tot een moment in tijdnood waar ik een kans kreeg om remise te maken. Ik verzuimde, omdat ik dacht dat ik in een paar minuten wel winnend voordeel kon krijgen. Even later was ik een illusie rijker, maar armer dan verwacht.

Dan naar het goede nieuws: er werden heus wel punten gepakt in Assen. Hummel had een snel halfje te pakken en kon terug naar zijn zoon. Koens tegenstander gaf hem een pion cadeau. Koen houdt wel van pionnetjes. Met eentje meer wordt een eindspel namelijk makkelijker. Zo ver kwam het niet. Koen had de winst al sneller binnen. Frits leek optisch steeds veel beter te staan, maar objectief (lees: de mening van Koen en Renze) stond het gewoon gelijk. Het werd dan ook remise. Renze moest tegen Geon. Een originele opening is bij Geon meestal aan de orde, zo ook vandaag. Gebaande paden konden in deze partij niet bewandeld worden. Renze is echter niet vies van een hardloopwedstrijd door de modder en wist te winnen. Rupert tankte vertrouwen door na een verloren halfje tegen Apeldoorn nu door het oog van de naald te kruipen. Met nog 1 seconde op de klok speelde hij Tg4 wat voldoende bleek voor de winst. Een fijne opsteker. Dijkstra had zich voorbereid op zijn tegenstander. Niet op het gebied van openingen, maar in het algemeen. Tegenstander Dwarshuis (die van die shotjes op vrijdagavond, niet de wereldkampioen vogelspotten) hoopte waarschijnlijk op een kabbelende partij, maar onze Arjan vloog er keihard in. Offerde drie pionnen, telde niet goed, offerde twee pionnen en ging er dwars doorheen. Even leek hij gemakzuchtig te worden, maar was op tijd weer bij de les. 5-3 was de eindstand.

We vervolgden onze avond door naar de Kleine Griek te gaan. De Kleine Griek had een grote fles ouzo waar we van gesnoept hebben. Niet lekker van gesnoept, ik heb wel eens lekkerder spul gehad. Voor de rest was het prima verzorgd en vermaakten we ons uitstekend. Koen heeft nog veertig euro verdiend, beeldmateriaal op te vragen bij KJJL hemzelf. Ik zou het verslag nog langer kunnen maken, maar het moet gauw online. Dus nog even wat korte zinnen in willekeurige volgorde die u hoogstwaarschijnlijk niets zeggen.

Yamas! De tapperij moet open. Casper is flexitarier. Assen is tantoegoedkoop. Op Kreta gratis ouzo. Als 1000 lepels, terwijl je een vork nodig hebt. Assie op zwarte lijst hotel Eemnes? Dijkstra niet geluncht met subway. Alleen de vogels vliegen van Oost naar West-Berlijn. Frits had de hik. Koen heeft opgedrukt. Gertjan heeft vaker opgedrukt. Als het team maar wint.


Regeren is vooruitzien. Schaken is vooruitdenken.

Schaken is belastingtechnisch gezien geen sport. De coronaregels vinden schaken wel een sport. Ik ben geneigd om boze tweets sturen naar de heer Omzigt, zodat hij deze waanzin aan de kaak kan stellen. Hij zal het echter wel druk hebben, dus ik laat het erbij. Voorlopig mogen we nog schaken en daar moeten we van de overheid blij mee zijn. Laten we blij zijn met elkaar, toch?!

Steeds vaker komt de roep om logische verklaring van de overheid voor hun beleid op. ‘Men’ ziet de logica achter de maatregelen niet. Bij schaken vindt eenzelfde soort interactie plaats. Je tegenstander doet bepaalde zetten. Soms snap je de logica erachter. In mijn geval meestal niet, of pas achteraf. Het grote verschil tussen de overheid en een tegenstander is dat in onze relatie met de overheid externe attributie plaatsvindt, terwijl na een schaakpartij interne attributie meer een rol speelt. Voordat ik naar Koen toog om de schaakavond te beginnen las ik een bericht van de politie Groningen over de relschoppers van afgelopen weekend. In dat bericht werd overduidelijk geroepen om interne attributie. Een vaardigheid die nogal eens gemist werd. Wellicht eens een verplichte schaakcursus in plaats van of naast een taakstraf?

U bent hier voor een verslag van een schaakwedstrijd, dus laat ik daar maar eens aan beginnen. Onze nieuwbakken teamleider Renze had voldoende mankracht tot zijn beschikking en loste dat luxeprobleem op door te loten wie mocht spelen. Hummel, Pastoor, Renze en Hendrik mochten aantreden tegen Staunton. Staunton viert dit jaar het 150-jarige bestaan van de club. Daartoe is onder andere een schitterende almanak uitgebracht waar zelfs onze eigen Jan Joris Groenewold nog een plekje had.

Een schaakwedstrijd begint voor LOS ruim voor de aanvangstijd. Zo ook bij deze bekerwedstrijd. We werden hartelijk ontvangen bij Koen, alwaar Renze een uitstekende lasagne voor ons bereid had. De wijn vloeide, niet rijkelijk. Vervolgens bleef Renze in zijn rol als teamleider en maande ons tot snelheid bij het opdrinken van de koffie. Zodoende waren we op tijd bij het speellokaal. We kregen bij de loting zwart op bord 1.

Hummel leek op bord 1 comfortabel uit de opening te komen. In het middenspel probeerde zijn tegenstander met een zwischenzug de dame weg te pesten. Hummel liet de dame staan en pakte twee torens en een loper als compensatie. Dat bleek al snel voldoende voor een punt. Ondertussen had Hendrik op bord 2 iets fout gedaan in de opening (what else is new). Zijn tegenstander pakte het echter niet helemaal goed aan waardoor Hendrik een zeer sterk paard in het centrum en de witte velden cadeau kreeg. Zwart rokeerde kort, waarop Hendrik direct g4 en h4 er tegenaan gooide. Een pion werd geofferd en zwart hield het voor gezien. Ietwat aan de vroege kant: een directe winst was er nog niet. Het was echter wel duidelijk dat de witte aanval snel zou doorslaan.

Op bord 4 zat Pastoor tegen een jeugdtalent met een hogere rating. Pastoor deed zetten die door velen als onorthodox zouden worden bestempeld. Niet door mij. Achter de zetten van Pastoor zie ik altijd de logica. Dat betekent overigens niet dat al zijn zetten goed zijn. Zo gaf hij met het logische Dh3 al het voordeel weg. Dan had de tegenstander wel even een combinatie van 10 zetten diep moeten vinden. Die vond hij niet, dus Pastoor kon winnen. Renze had ondertussen op drie de dame veroverd voor wat lichte stukken. De dame bleek veel sterker. Tegenstander Mulder bleef terecht dingen proberen, maar Renze liet zich niet van de wijs brengen en liet paard en dame goed samenwerken om tot matbeelden te komen. Een uitstekend debuut voor de nieuwe teamleider. Het bleef de rest van de avond niet lang onrustig.

Ik hoef je niet uit te leggen, niets te zeggen

Dan gaan we verder waar we gebleven waren. Niets te bewijzen… Of toch wel? Benno had, als vanouds, grootste plannen in de voorbereiding. De plaatselijke Zonwering en Raamdecoratie in Amersfoort zou weer eens gratis reclame krijgen. Zijn roeping om als de David Attenborough van het Noorden door het leven te gaan stond een gedegen voorbereiding echter in de weg. Renze had geen voorbereiding nodig, bloemkoolbodems waren aan hem niet besteed. De rest van het team werd onder hoede genomen door Groen, gastheer van dit schaakweekend. Dat hebben we geweten. Hij zelf nog wel het meest, toen de goede buur van Kenny nog een watertje voor hem had op de late vrijdagavond. Zo’n goede buur die je de ochtend erna stiekem toch in had willen ruilen voor een verre vriend. Maar goed, Groen had gepland om Scandinavisch te openen. Hij had van Jan Timman geleerd: Als je goed Scandinavisch wilt spelen, moet je de avond ervoor zuipen als een Viking. Zo gezegd, zo gedaan.

Zaterdag leek er niets mis te kunnen gaan. Koens eega was naar de bakker geweest (waarvoor dank), Koen zelf moest eieren kopen. Dat lukte wonder boven wonder. Corona Coördinator Tjaart had de locatie ontsmet en zijn kinderen de stukken op laten zetten. Vijf minuten voor aanvangstijd was ons hele team compleet. Het leek haast alsof ze er zin in hadden. Apeldoorn had ook de weg weten te vinden en we konden op tijd starten. Gelukkig merkten Casper en zijn tegenstander net op tijd op dat het bord een kwartslag was gedraaid.

Uw verslaggever doet normaliter altijd een poging een verslag te schrijven wat niet over schaken gaat. Ditmaal was ik echter aanwezig zonder te spelen, dus kwam ik niet meer weg met: ik heb weinig van de andere borden gezien. Om mezelf wat bezig te houden heeft het de vorm van een soort liveblog. Na een uurtje deed ik een eerste ronde. Laten we beginnen met Benno op 8 met de witte stukken. De partij kwam langzaam op gang, uiteindelijk ontstond een moderne structuur. Met zo’n monster op g7 waarvan je nooit zeker weet of ie daadwerkelijk tot grootste dingen in staat is. Benno’s tegenstander is ondertussen begonnen aan een wereldrecordpoging: zo langzaam mogelijk een krentenbol opeten. Door naar Casper op 7 met de zwarte stukken. Ook al zo’n thematische loper, maar nu op c8 lekker tegen b7 en e6 aankijken. Als compensaties dansen zijn paarden wel door de witte stelling heen op een manier waar Edward Gal nog wat van zou kunnen leren. Zijn tegenstander liet zich niet onbetuigd door ook een knol op de vijfde rij te posteren. Casper lijkt een iets betere pionnenstructuur te hebben, maar daar zet wit voorlopig het loperpaar tegenover. Het lijkt nog alle kanten op te kunnen.

Dan komen we aan bij 5 en 6. De krullenbollen van het team. Tjaart op 6 krijgt al vroeg te maken met een vijandelijk paard op e4. Het beest wegjagen met f3 lijkt steeds niet te kunnen want dan komt de zwarte dame naar h4 met allerlei bekende trucjes. Dus ontwikkelde Tjaart zijn stukken. Tussen e6 en c3 staan 6 pionnen. Het echte vuurwerk komt waarschijnlijk als daar wat slagenwisselingen volgen. In Tjaarts rekenwerk we trust. Groen bleek een echte Viking te zijn. Al gauw verliet hij Scandinavisch terrein om in zuidelijke Europese landen zijn structuur op te bouwen. Ik laat Boel de boel en ga door naar bord 4. Paul doet creatieve dingen in plaats van remise aanbieden. Ik geniet met volle teugen van de frisheid waarmee hij speelt. Zolang hij zich niet in slaap laat Dommelen lijkt hij af te stevenen op een goed resultaat. Terwijl ik even gniffel om mijn slechte woordgrapjes kom ik aan bij Renze op bord 3. Met vaste hand heeft hij wat lichte stukken geruild en een iets betere structuur neergezet. We gaan zien hoe goed de vorm bij Renze is. Een Renze in vorm wint dit soort partijen meestal. Frits laat een pionnetje hangen, maar het lijkt gevaarlijk om die te nemen voor zijn tegenstander. Koen op 1 lijkt ok uit de opening te komen, maar mist daarna een manoeuvre van zijn tegenstander en moet nu een tijdje goed opletten om niet een pion te verliezen.

Een uurtje verder ziet de situatie er over het algemeen rooskleurig uit. Benno heeft zijn tegenstander onder druk, maar nog geen echte concrete dreiging. De krentenbol is net op. Casper staat een pion voor, maar ondertussen is dat knolletje van b5 ineens een hengst op d6 geworden. Blijven oppassen dus, maar dat pionnetje extra is al wel lekker. De tegenstander van Tjaart is met pionnen aan het smijten, daardoor worden Tjaarts stukken wat teruggedrukt. Op de lange termijn moet dat mijns inziens in het voordeel van Tjaart uit gaan pakken. Hij heeft nog genoeg breekzetten voor handen om de zwarte stelling kapot te spelen. Bij Boel – Groenewold speelt wit een degelijke pot. Groen leunt achterover en ruilt hier een daar een stuk. De partij kabbelt voort. Renze heeft met een trucje een pion gewonnen en met hetzelfde trucje worden ook weer wat stukken geruild. Hij lijkt een eindspel met veel zware stukken in te gaan met een vrije jongen op de d-lijn. Moet onze kant opvallen lijkt mij. Paul en van Dommelen gebruiken beide veel tijd en er staat nog veel op het bord. Normaliter betekent dat 3 uitslagen mogelijk. Bij Paul betekent dat meestal een goed getimed remiseaanbod. Frits’ tegenstander is niet voor de pion gegaan, maar heeft zijn stukken wat meer geactiveerd. Frits zelf heeft op b1 en b2 twee lopers staan en een latente dreiging van d4-d5. Koen smeert broodjes en eet een ei.

Hupsa! Paul wint (1-0). Tijdnood nadert ondertussen voor de andere borden. Voorlopig ziet het er goed uit voor ons. Renze heeft nog wat meer stukken geruild en wint op het oog vrij eenvoudig in het eindspel(2-0). Daar tegenover staat dat Tjaart z’n dame moet inleveren voor twee torens. Normaal gesproken niet zo erg, maar ik zie nog niet hoe zijn torens beter gaan zijn dan de dame. Zijn tegenstander leek het ook expres uit te lokken. We gaan zien of hij daadwerkelijk voordeel weet te behalen. Casper ruilt wel erg veel pionnen, maar hij heeft er nog steeds eentje meer. Eindspelen als T+L vs T of 3 tegen 2 stukken behoren ineens tot de mogelijkheden. Ik krijg steeds meer vertrouwen in de stelling van Benno. Zijn tegenstander heeft erg weinig ruimte en Benno heeft net zijn toren naar de derde rij gespeeld, op zoek naar de beslissende doorbraak. Koens tegenstander zit in tijdnood (3 minuten en nog 20 zetten). Volgens mij begaat hij ook wat onnauwkeurigheden en kan Koen weer terug komen in de partij. Een dubbeltoreneindspel met eentje extra voor Koen lijkt in de maak. Bij Frits is ondertussen veel geruild. Frits lijkt daardoor in de problemen te komen, want zoals wel vaker met van die hangende pionnen worden ze op een gegeven moment zwak. Tjaart heeft open lijnen gevonden voor zijn torens en er ontstaan ineens allerlei matwendingen. Het ziet er goed uit voor de onzen. De tijdnood is nu aanwezig voor alle spelers. Eens kijken hoe de boel ervoor staat als de stofwolken zijn opgetrokken.

Niet best. Frits verliest twee pionnen en buigt het hoofd. Tjaart kan niet meer vinden dan een zetherhaling en zijn tegenstander is wijs genoeg om niet naar voren te rennen met de koning. In de analyse blijkt helaas dat Tjaart een winnende wending over het hoofd heeft gezien. Rupert heeft inderdaad te veel pionnen geruild. Ineens zijn er ongelijke lopers over en te weinig pionnen. Tot overmaat van ramp bokt Benno zijn dame weg. Compensatie: weinig. In de kroeg zou hij dit nog 3 van de 10 keer winnen, maar hier geef ik hem weinig kansen. Koen scoort wel een solide punt. In de diepgaande analyse bleek hij echt een goede partij te hebben gespeeld, aldus Koen. Hij is ook wel gewoon echt een goede schaker. Groen vecht ondertussen door, maar lijkt op verlies af te stevenen. 4-4 in de maak. Een uur geleden dacht ik nog aan 6-2…

Er is nog een partij bezig. Benno heeft de handdoek in de ring gegooid. Groen heeft een eindspel van loper tegen paard, wat pionnen minder, maar een actieve koning. Ik heb ineens meer hoop op een goed resultaat dan een half uur geleden. Voor de eindspel liefhebber: Wit (aan zet) h3 g2 f2 c3 b2 Kf1 Pd4, Zwart g7 f3 a7 a6 Lh6 Kd5. Daarbij komt Arjan Dijkstra net binnenlopen voor de nodige mentale ondersteuning. Fijn, al die niet spelende teamgenoten die toch aanwezig zijn.

We zijn weer een half uur verder. Het is een eindspel geworden met allebei een dame. Groen heeft twee pionnen, wit drie. Maar dat lieve kleine ding op de a-lijn wordt zo maar een dame. Hoop een op goed resultaat blijft leven.

JAAAAA. De vrede wordt getekend! Groenewold wat een vechtersjas. Het zal vast nog lang onrustig zijn bij de viering van deze overwinning. Ik sluit hierbij het verslag met de voorspelling van onze voorzitter: Groenewold zal legendarisch zijn, ook in de analyse.