Bekeren in Leek

Al sinds Jan Joris lid is van LOS schept hij op over de ossenhaas van zijn Willemijne, en volledig terecht, zo bleek op het hoogtepunt van vrijdagavond 18 januari 2019: de ossenhaas was voortreffelijk, net als de bijgerechten, wijn en ik zou willen zeggen de sfeer, als ik die niet onder het optimale niveau had gebracht door te hopen op een zekere tolerantie voor een hypothetische, niet-praktiserende homofoob, met alle omslachtige nuanceringen eromheen, die echter het leven lieten toen zij in de woorden van Jan Joris, Ernst-Jan en in mindere mate Hendrik en verwerden tot hardvochtige homohaat, waar nooit iemand van onze club zich ooit eens aan bezondigd heeft, zover ik weet en bereid ben te weten, en in deze staat, verder ingekleurd door vermoeidheid na een week werken en onvoorbereide alcoholconsumptie trokken wij naar Leek voor de NOSBO-beker, terwijl we niet eens in de NOSBO uitkomen, en Freddie Steggink al klaagt over Sissa dat te sterk is voor de NOSBO-competitie, hoewel zij volledig binnen alle geldende regels zijn ingeschreven, hoop ik dat het ook opvalt dat een club, hoewel in naam gesitueerd in Groningen, zonder NOSBO-team, en eigenlijk veel te sterk, als we niet ‘verzwakt opkomen’ (dixit Pieter Doller), voor die vriendelijke kleine clubjes uit de provincie, die speciaal voor de gelegenheid een intelligente student van de technische universiteit Delft invliegen om een kwaliteit van Jan Joris te pakken en hem eraf te mokeren, een dorpsopperhoofd die met wit niet op voordeel hoopt na een saaie opening, pionnen weggeeft, vervolgens met een stuk minder, minder vrolijk verder speelt en dan spreekt van een ‘interessante partij’ (dixit Sander Westerlaan), en een ander dorpsopperhoofd die de chaos niet schuwt en als Hendrik niet mat zet, maar nog steeds zo grandioos gewonnen staat (in computertermen +5 tot +9), daarover achteraf beweert ‘ja, en daarom had ik kansen in tijdnood,’ (dixit Erwin Heijnen) en een teamleider en zomerschaakveelspeler Pieter Doller die niet wil dat Ernst-Jan een stuk offert, zelf een stuk weggeeft en een verloren eindspel tot in het ogenschijnlijk oneindige door blijft spelen, want zelfs toen hij mat stond dacht hij na en deed hij nog een, zij het volstrekt illegale, mooie zet, vooraleer hij de hand reikte, waardoor het vluggeren helaas overgeslagen werd, en van die clubjes waar 1,70 gerekend wordt voor port, en 1,90 voor jenever, en waar het lijkt dat mannen even een avondje zonder moeder de vrouw kunnen doorbrengen en niet te vroeg naar huis lijken te willen: ‘nee, geen remise, het is nog te vroeg,’ (dixit mooie baas die op tijd aan de jenever begon), deze mooie clubs, denk ook aan Oostermoer, Middelstum, daar hoop ik, als ik met pensioen ben, zo vaak als mogelijk te zijn, op avondjes vrij, lekker potje, lekker portje, misschien wat stukjes kaas, als we dan als club te sterk zijn voor die kleinere clubs uit de provincie, dan vraag ik me af: hoe houden we deze clubs in leven, moeten we dan iets zeggen over de vriendelijke ambiance, de geconcentreerde inzet, mooie strijd, moeten we niet meedoen, moeten we gastlid worden, sponsoren, of zijn die clubs er het meest bij gebaat als we puur en alleen de sport bedrijven, de spelers serieus nemen, ons best doen, onszelf uitdagen om elke keer de beste zet te doen, het uiterste van onszelf te vergen en de strijd zo open als mogelijk te maken, wat ik denk dat wij in Leek, naar ons beste vermogen, en op één zet van Jan Joris die positioneel wenselijk was, maar tactisch een lek had op stap 1 niveau, hebben gedaan, en dan hoop ik dat we gedaan hebben waar Leek het meest bij gebaat was en rest mij verder niets dan Leek te bedanken voor de gastvrijheid en sportieve strijd, en uit te kijken naar de volgende ronde.

Een gedachte over “Bekeren in Leek”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *