‘Eigenlijk win ik altijd van Koen.’

Benno’s bravoure. Mentaal sterk. Zodra Koen tegenover hem gaat zitten aan het schaakbord, weet Benno dat ie gaat winnen. Waarom begin je zo’n verslag met Benno en Koen? Zij hebben helemaal niet gespeeld tegen Apeldoorn. Correct en tevens juist. Tegen Apeldoorn waren zij (samen met Casper) de reden waarom schaken een feestje is bij LOS. Casper bemande de bar, zorgde voor de koffie en belde Dijkstra dat hij op moest opschieten. Een puntje van aandacht voor Rupert. Als Arjan de telefoon opneemt is het leuk als je zingt: Ik bel je, ik bel je. Benno kwam na een uur binnen met broodjes vis en begon shotjes te bestellen. De Vereniging kon niet achterblijven en kwam net op tijd om mij een eindspel zien te verkrachten. Ondanks dat kreeg ik tijdens het schaken wel een biertje van hem. Fijn dat Paul weer beter is.

Apeldoorn – LOS was een ware bekerkraker. Snelschaken, Beerdsen mist mat in 1, een halfje is genoeg. Teamleider van dienst Renze memoreerde nog even aan deze topper in zijn openingsspeech. Bij LOS – Apeldoorn waren de gemiddelde ratings wat lager. De wil om te winnen was niet minder. Beerdsen pakte de zwarte pion dus wij hadden wit op 1. Dat betekende dat Pastoor op 2 de zwarte stukken bediende tegen Stefan Colijn. Schaken is een erg rijk spel. Pastoor speelt al 17(?) jaar ongeveer hetzelfde met zwart, maar de manier waarop Colijn de boel aan pakte had hij nog nooit gezien. Pastoor reageerde niet goed en verloor snel een stuk. Een paar pionnen compensatie en teamgenoten waren goede redenen om door te spelen. Colijn is echter verder niet in de problemen gekomen en maakte het soepeltjes uit. Als Pastoor had gewonnen kwam die 2000 wel erg dichtbij en dan moet Groen stoppen met schaken. Voor het team was deze nederlaag dus wel nuttig. Pastoor zou bij snelschaken wel weer op zijn post zijn.

Op de andere drie borden 2 punten pakken leek gedurende de wedstrijd niet onmogelijk. Op 1 had ik met wit ongelofelijk saai geopend tegen GM in spe en leek niet veel aan de hand. Renze stond wel een beetje matig, maar goed het is Renze. Dijkstra had naar eigen zeggen iets briljants gedaan of iets heel slechts tegen Van der Elburg. Het bleek prima te zijn en Arjan kreeg een speelbare stelling. Ik heb niet helemaal gevolgd hoe, maar na een afwikkeling had Arjan ineens een monster van een vrijpion. Die bleek beslissend te zijn. Renze had heel lang nagedacht, maar geen oplossing gevonden voor zijn problemen. Tegenstander Lammens maakte het netjes af en sprak later op het terras respectvol: Renze had zijn dag niet vandaag, normaal gesproken is hij veel sterker. Ik moest dus winnen van Beerdsen. Hij was ergens remise uit de weggegaan, waar hij later naar eigen zeggen spijt van had. Misschien heb ik ergens een kans gehad om een klein voordeeltje om te zetten naar wat meer, maar met weinig tijd lukt het niet. Toen vergooide ik met luttele seconden op de klok ook nog het halfje door Kf3 in plaats van Ke3 te spelen. Eindspelles van Koen, lesje bravoure van Benno voor de volgende wedstrijd a.u.b.

3-1 verliezen van Apeldoorn is uiteraard geen schande. Onze sympathieke tegenstanders bleven nog even hangen voor een biertje, pizza, colaatje voor Beerdsen (snel GM worden!) en bughousen om shotjes. Er werd veel lawaai gemaakt voor een Stille Zaterdag. Benno heeft overigens voor bughouse een ongekend talent. Hij won weer van Koen. Toch zal ik altijd liever naast Pastoor zitten.




LOSSISSAans onderonsje

Schaken op een maandag, wie had gedacht dat dat zo leuk kon zijn? Tijdelijk terug op ons oude nest in ’t Proeflokaal, waar wij ons thuis voelden en thuis speelden tegen vaderclub SISSA. Maar papa kreeg klopjes deze avond.

Nog in de coulissen legden wij eerst een bodem, slechts één gang, bij de bekende Italiaan. Lange benen bedienden ons in een bedaagd tempo, maar we waren ruim op tijd om het strijdtoneel te verkennen.

De SISSAnen druppelden binnen in het H’tje, en wij bedruppelden onszelf en eventuele tegenstanders om de schaaklust goed aan te wakkeren en de zenuwen te temperen. Hopman Frits herinnerde ons eraan dat we nog wel even moesten winnen, want KNSB-beker en belangrijk en zo. Inmiddels werd duidelijk dat Koen op bord 1 tegen Mathijs mocht, Frits voorts versus Kenneth, Casper tegen neuer jungs Laurids, Ernst Jan tegen Edim. Koen koos Carls rechterhand die een zwarte pion bevatte, und es gang los.

Het bleek weer hoe bemoedigend het is om naast een teamgenoot te zitten die goed staat. Ik had niet de kans om te zien hoe Frits precies die extra vrije d-pion bemachtigde, maar als hij lang rokeert weet je wel hoe laat het is. Zodoende had Koen de luxe om zijn paarden rustig te roteren op de onderste rijen, beetje JJ-style, KI met license to kill. Terwijl mijn tegenstander de denktank in ging om de Franse Tarrasch te weerleggen, kon ik eens rustig toekijken hoe Edim een kwal verkwanselde. In EJ’s woorden deed onze knuffelbosniër ‘een beetje een rare zet’, mogelijk geïnspireerd door het bestellen van een koffie verkeerd.

Toen laatstgenoemde zich wat later hardop afvroeg wie er eigenlijk teamleider was, hadden er misschien alarmbellen moeten afgaan in mijn hoofd. Ik antwoordde dat ik dat waarschijnlijk was, en wees het idee van remise op voorhand resoluut af.

Zelf nam ik enig risico in het inmiddels ontstane eindspel. Ik kreeg het beoogde lichtestukkenduo tegen toren en wat pionnen, maar met veel meer tijd op de klok. Mijn interesse in mijn buurmannen begon te tanen, maar kennelijk bleef Java wakker en kermde Python: punt voor Rietman. Ook punt voor Rupert nadat mijn d-pion in de end-zone belandde. Terug van een taaie analyse bleek EJ te hebben verloren, en Koen het winnende halfje te hebben gepakt (ik fungeerde zoals gebruikelijk als oudpapierbak; geen idee hoeveel onbekeken notatieformulieren van Koen ik in bezit heb).

In de nazit moest vooral EJ het ontgelden. Het blijkt dat materiaalwinst omzetten in punten (nog) niet zijn forte is. Een domper of leermoment, afhankelijk van wie je het vraagt. Edim had wel knap teruggeknokt, waarvan akte.

Zo laat op de avond vergeet je wel eens wat: waar je je sigaretten hebt gelaten, hoe laat je trein gaat. Maar de nacht is weer geopend en toevallig heb ik geen baan of kinderen, een geluk bij een ongeluk.

SISSA bedankt voor de gastvrijheid en de punten. We’ll meet again op 23 april!

Regeren is vooruitzien. Schaken is vooruitdenken.

Schaken is belastingtechnisch gezien geen sport. De coronaregels vinden schaken wel een sport. Ik ben geneigd om boze tweets sturen naar de heer Omzigt, zodat hij deze waanzin aan de kaak kan stellen. Hij zal het echter wel druk hebben, dus ik laat het erbij. Voorlopig mogen we nog schaken en daar moeten we van de overheid blij mee zijn. Laten we blij zijn met elkaar, toch?!

Steeds vaker komt de roep om logische verklaring van de overheid voor hun beleid op. ‘Men’ ziet de logica achter de maatregelen niet. Bij schaken vindt eenzelfde soort interactie plaats. Je tegenstander doet bepaalde zetten. Soms snap je de logica erachter. In mijn geval meestal niet, of pas achteraf. Het grote verschil tussen de overheid en een tegenstander is dat in onze relatie met de overheid externe attributie plaatsvindt, terwijl na een schaakpartij interne attributie meer een rol speelt. Voordat ik naar Koen toog om de schaakavond te beginnen las ik een bericht van de politie Groningen over de relschoppers van afgelopen weekend. In dat bericht werd overduidelijk geroepen om interne attributie. Een vaardigheid die nogal eens gemist werd. Wellicht eens een verplichte schaakcursus in plaats van of naast een taakstraf?

U bent hier voor een verslag van een schaakwedstrijd, dus laat ik daar maar eens aan beginnen. Onze nieuwbakken teamleider Renze had voldoende mankracht tot zijn beschikking en loste dat luxeprobleem op door te loten wie mocht spelen. Hummel, Pastoor, Renze en Hendrik mochten aantreden tegen Staunton. Staunton viert dit jaar het 150-jarige bestaan van de club. Daartoe is onder andere een schitterende almanak uitgebracht waar zelfs onze eigen Jan Joris Groenewold nog een plekje had.

Een schaakwedstrijd begint voor LOS ruim voor de aanvangstijd. Zo ook bij deze bekerwedstrijd. We werden hartelijk ontvangen bij Koen, alwaar Renze een uitstekende lasagne voor ons bereid had. De wijn vloeide, niet rijkelijk. Vervolgens bleef Renze in zijn rol als teamleider en maande ons tot snelheid bij het opdrinken van de koffie. Zodoende waren we op tijd bij het speellokaal. We kregen bij de loting zwart op bord 1.

Hummel leek op bord 1 comfortabel uit de opening te komen. In het middenspel probeerde zijn tegenstander met een zwischenzug de dame weg te pesten. Hummel liet de dame staan en pakte twee torens en een loper als compensatie. Dat bleek al snel voldoende voor een punt. Ondertussen had Hendrik op bord 2 iets fout gedaan in de opening (what else is new). Zijn tegenstander pakte het echter niet helemaal goed aan waardoor Hendrik een zeer sterk paard in het centrum en de witte velden cadeau kreeg. Zwart rokeerde kort, waarop Hendrik direct g4 en h4 er tegenaan gooide. Een pion werd geofferd en zwart hield het voor gezien. Ietwat aan de vroege kant: een directe winst was er nog niet. Het was echter wel duidelijk dat de witte aanval snel zou doorslaan.

Op bord 4 zat Pastoor tegen een jeugdtalent met een hogere rating. Pastoor deed zetten die door velen als onorthodox zouden worden bestempeld. Niet door mij. Achter de zetten van Pastoor zie ik altijd de logica. Dat betekent overigens niet dat al zijn zetten goed zijn. Zo gaf hij met het logische Dh3 al het voordeel weg. Dan had de tegenstander wel even een combinatie van 10 zetten diep moeten vinden. Die vond hij niet, dus Pastoor kon winnen. Renze had ondertussen op drie de dame veroverd voor wat lichte stukken. De dame bleek veel sterker. Tegenstander Mulder bleef terecht dingen proberen, maar Renze liet zich niet van de wijs brengen en liet paard en dame goed samenwerken om tot matbeelden te komen. Een uitstekend debuut voor de nieuwe teamleider. Het bleef de rest van de avond niet lang onrustig.