LOB

Locatie Onafhankelijk Bekeren betekent meestal dat je steeds verder het land in wordt geslingerd: beginnend in de regio ga je het hele land door. In ons geval worden we gejojood. Beginnend tegen onze oude club en vrienden van SISSA in Groningen, lootten we twee thuiswedstrijden tegen Hoogeveen en Assen. Nu in de vierde ronde stond Apeldoorn op het programma. Nu bleek dat ook de meest Losse van ons allen, hij die het verst van Groningen woont, zijn plicht niet meer kon ontlopen en hij meldde zich aan het front.

µConsult Apeldoorn heeft een team met 10 titelhouders beschikbaar en dit maakte het zowel onvoorspelbaar tegen wie we speelden, als dat we onze kansen realistisch, maar niet te hoog inschatten. Beginnend bij de Chinees om de hoek, was het weerzien alweer prachtig. Frits met verhalen over een op zijn vriendin lijkende Oekraïense, die 12 uur lang stilzitten aangenaam maakte. Koen met enthousiaste en moeilijke verhalen over deeltjesfysica en Renze had zich goed voorbereid door met een bridgetrui de blits te maken in het denksportcentrum. Daar aangekomen bleken de volgende individuele wedstrijden voor ons er aan te komen:

Roeland Pruijssers – Renze Rietveld (zwart)

Thomas Beerdsen – Frits Rietman

Nico Zwirs – Floris van Assendelft

Merijn van Delft – Koen Lambrechts

Bij Renze kwam er een scherpe Najdorf op het bord, waarbij het opviel dat wit wel erg vlug kwam met de flankaanval, en waarbij Renze vooral opviel door afwezigheid aan het bord. Roeland zie ik regelmatig op FollowChess sterke wedstrijden spelen overal op de wereld.

Frits leek tegen Thomas (tegenwoordig zonder Feyenoord-shirt) een gepointeerde opzet tegen te krijgen. Italiaans met snel …g6 (zodat zwak veld f5 niet meer zwak is), a4 uitlokken zodat na …Le6 de loper op b3 hangt, waarna hij een sterk centrum pakte met e5 en d5. Thomas kwam ook nog eens met Ph5, die g3 afdwong en Dd7 die h3 aanvalt. Als buurman was ik bang dat Frits onder de voet zou worden gelopen. Oh Frits, de Karpov uit Groningen, die zo goed is in kleine zetten, begon aan een groot plan. Eerst ging hij even een sigaretje roken.

Nico, die ondanks enkele jaren training door mij het al bijna tot IM heeft geschopt, besloot tegen mijn Najdorf 6.g3 te spelen, waarop ik tot een draak overging met 7…g6. Toen Nico zich ontwikkelde met 13.Le3 b4 14.Pd5 had ik een kleine deja vu:

In 2005 won Tim Lammens, naast mij zittend, van hij die we niet noemen, middels een truc waarmee je een stuk in het centrum wint. Ik weet dus al jaren van het bestaan van zo’n soort truc, alleen was me de precieze stelling inmiddels ontschoten. Enfin, na 14.Pd5 reproduceerde mijn grijze hersenmassa de herinnering.

Nadat we beiden tot nu toe vrij snel hadden gespeeld speelde ik 14…Pd7 en bood een drankje aan. Dit was een domme fout. Uiteraard zou mijn tegenstander nu ‘verplicht’ worden tot het wachten met zetten tot ik terug ben. De genoemde truc (15.Pd4?? Lxd4! 16.Lxd4 e6 en zwart wint op ironische wijze een stuk) zal hij dus zeker zien. Al koffie halend zat ik dus te denken hoe ik het beste op 15.c3 kon reageren…

Koen ondertussen speelde alsof het een Fischer-Randompartij was. Vanaf zet 1 al flink in de tanktank terwijl Merijn rustig a tempo speelde tot en met zet 12. Koen koos voor een rustige aanpak van de Najdorf, maar had ondanks bovengenoemde nog wel de tijd gevonden om met Frits en Renze even wat teer te inhaleren.

Toen ik terugkwam met de nodige koffie had Nico inderdaad nog niet gezet. Even later waren mijn drie buiten staande teamgenoten al wel aan zet. Mijn gedachten dwaalden af naar de letter µ: waar staat die ook alweer voor in de natuurkunde? En terwijl ik droomde over 15.c3 kwam er een vreemde, heroïsche eenzaamheid in mij naar boven. Het liefst wilde ik simultaan verder spelen tegen de Apeldoorners en mijn teamgenoten bij terugkomst verrassen met een prachtstelling. Toen ik wakker werd echter, bleek dat ik nog steeds droomde: Nico had 15.Pd4 gespeeld en de partij werd niet meer spannend. 0-1 LOS.

Bij Frits echter sloeg de vlam in de pan, en eigenlijk stond het me allemaal wel aan. Thomas werd gedwongen tot Ph5-f6-e8 en Frits kwam met zijn eigen tegenplannen met Pf3-h4-f5: inderdaad, ondanks dat zwart g6 speelde:

Thomas vreesde dat wit rustig Pf5 zou voorbereiden met Pe3, Ld2 en 0-0-0. Wat zwart moet doen in de tussentijd is lastiger te bepalen. Frits speelde echter het door de computer aanvaarde 17.Pf5!

Een aantal zetten later stond het als volgt:

Hier bood Thomas remise aan. Renze en Koen leken onder druk te staan, maar ik stond duidelijker gewonnen, dan dat Koen en Renze slecht stonden. Frits volgde zijn gevoel en nam remise aan. ½ – 1½ LOS.

Bij Koen heb ik me afgeleerd wat over zijn stelling te vinden. Als een soort anti-Floris manoeuvreert hij meestal zijn standpunten op een manier waarop ik weinig kan inbrengen. Ik vroeg hem dus maar eens hoe hij het vond gaan en hij gaf aan dat hij duidelijk minder stond, maar dat hij niet zag hoe hij moest verliezen. Merijn was bovendien enthousiast tijd aan het consumeren en na wat gemanoeuvreer stond het als volgt:

Als een soort Pluto’s hebben de dames wat rondgedraaid aan de rand van het bord. Ik zie dit ook veel bij computerschaak: stukken netjes ontwikkelen en ruimte pakken met je pionnen. Vervolgens een oneindig en onbegrijpelijk gemanoeuvreer. U begrijpt dat ik onder de indruk was van Merijn en Koen. Wit probeert Pd5 + c3 voor te bereiden. Misschien zelfs wel met Pa1 als voorbereidende zet. Zwart probeert Txc3 en d5/Pa2-achtigen voor te bereiden. Wellicht had daarom de stelling hier na Tee2 kunnen ontploffen. Koen speelde echter Db1 en na nog wat verder geroteer werd er remise besloten. 2-1 LOS.

Renze met zwart staat heel passief. Wel heeft hij het loperpaar en als wit niet snel is kan hij misschien met a5+b4 tegenspel krijgen. Ik vermoedde dat wit hier zou gaan tripleren op de g-lijn en dan zou blijken wie het snelste is. Roeland besloot het echter meer positioneel aan te pakken. Nadat de zwartveldige lopers werden geruild ontstond deze stelling:

Materieel gezien staat het gelijk. Met e6 pion zwak, de koning die klem staat en individueel functionerende stukken staat zwart erg slecht. Dat een eventueel pionneneindspel gewonnen kan zijn door de gedekte vrijpion is iets waar zelfs ik niet van durfde te dromen. Het duurde niet veel langer meer of Roeland had een gewonnen eindspel bereikt: 2-2. We mochten snelschaken. Iets waar volgens mij iedereen stiekem altijd een beetje op hoopt bij een bekerwedstrijd. Omdat het laagste bord zou afvallen moesten wij echter winnen. Omdat µConsult over live borden beschikt, zijn ook deze partijen voor de eeuwigheid vastgelegd. Fraai vind ik het dat ook de tijd wordt bijgehouden. Hieronder een aantal fragmenten:

Na een flinke tijd- en stellingvoorsprong te hebben verspeeld zat ik me hier af te vragen hoe ik het effectiefst mijn d-pion naar voren kon krijgen. Ik zag Nico uit een ooghoek naar mijn klok gluren en toen ik zag dat ik nog 3 seconden had besloot ik dat ik eerst het zwart paard wilde domineren: 42.Lf3? Dxf4+ oeps!….

Koen kreeg in de klassieke variant van het Caro-Kann wat theorie voor zijn kiezen. In deze scherpe stelling is het tijdverschil van bijna anderhalve minuut niet hoopvol. Koen wist gelukkig middels pionwinst de stelling te simplificeren en in tijd terug te komen:

Hier werd opeens remise overeen gekomen. Het lijkt me dat zwart nog met zijn pionnenstorm kan beginnen en dat wit daar weinig tegenover kan zetten. Koen kent echter zijn teamgenoten en had al even op de andere borden gegluurd.

Als eerste klaar was Frits, oooh Frits. In een Scandinaviër stelden beide partijen zich rustig op. Met zwart kreeg Frits b5-bxc4-bxc4 erin en leek wat spel te hebben op de damevleugel. Na een onnauwkeurigheid had hij echter al een pion verloren. Nu gaat Thomas ook de fout in:

Na 26.f5? Ta8 27. De2 Txa2 begon Frits het over te nemen. Even later speelde Frits een prachtige kleine zet, die wat mij betreft de zet van de dag is:

31….Tb8!

Geen torenruil: zwart tegen een veel sterkere spelen? Boeiend! De zwarte koning is oneindig veel veiliger dan de witte, dus ruilt zwart de tweede toren niet! Ook pion d4 is zwak en de witte lopers kunnen erg weinig.

Stelling na 38…Db3-Dc2! Ook weer zo kenmerkend. Met vrijwel alleen maar kleine zetten (Lf6-g5-f4) heeft Frits zijn voordeel uitgebouwd en is aardig aan het binnendringen in de witte stelling. Zonder enig tegenspel en een hangende f-pion verdedigde Thomas zijn pion op riskante wijze: Lh3?! Frits was echter nog steeds in de ‘kleine-zettenmodus’ en Dc2-h2 is natuurlijk een te lange weg. Vier zetten later kreeg Frits nog een kans op dit mat in 1 en toen speelde hij het wel. Een opmerkelijk stukje schaakblindheid! 1½ – ½ voor LOS!

Ik hoorde Koen roepen wat de stand was, maar ik had net mijn pion op f4 weggegeven. Na een korte periode van snelle zetten hoorde ik een engel roepen dat remise genoeg was. Tijdens deze rommelfase had mijn vrije d-pion het paard opgeleverd en waren de torens geruild. Ik hoefde alleen nog maar niet nog een pion (of meer) te blunderen en dan zou ik het redden. Wat was er ondertussen gebeurd bij Renze?

In een originele Van Geet dacht Roeland op zet 9 al 40 seconden na. Even later:

De tijd/stelling-combinatie lijkt me gunstig voor wit. De stelling lijkt me echter makkelijker te spelen voor zwart omdat dame en torens makkelijke velden hebben. Wat is wit zijn plan echter? We komen er weer in op zet 21:

De tijd/stelling-combinatie is inmiddels gunstig voor zwart. Zwart staat duidelijk beter, met druk op het witte centrum en nog niet goed functionerende stukken van wit, maar het belangrijkste: de zwarte stelling speelt erg makkelijk. Dertien seconden daarentegen is niet veel om je hoofd koel te houden!

Zwart is ingelopen qua tijd, en heeft zijn stellingsvoordeel uitgebreid. Na bijvoorbeeld …Lc6 is het moeilijk om wit goed advies te geven. Roeland maakt hier denk ik echter een typische tijdnoodfout. In plaats van een rustige zet te doen forceert hij de stelling, waardoor het voor wit ineens ook weer makkelijker spelen is. Roeland won een pion na …Lxf3 Lxf3 en Pxe5. De aanwezigheid van de ongelijke lopers en de vastgelegde structuur van de pionnen op de kleur van de eigen loper echter geven een hoge remisemarge. Floris had ondertussen zijn stelling niet weggeblunderd en met een 2-1 voorsprong was het aan Renze om dit eindspel remise te houden:

Dit was de laatste zet die het livebord wist te registreren. Wit gaat zijn pion snel terugwinnen, en ondanks dat dit soort stellingen met deze tijd nog alle kanten op kunnen, werd het niet meer spannend. LOS gaat door naar de vijfde ronde na snelschaken. Hier worden we weer naar het Noorden gejojood en wacht GUC of Philidor op ons.

Zie voor de partijen: http://view.livechesscloud.com/a7035c5b-5f09-4d82-899c-af2ae80e6a58

Het verhaal van Rasmanathapan

De schaakverslaggeving neemt een aparte plek in binnen het genre van de sportverslaggeving. Waar anders wordt – niet zelden in barokke stijl – gewag gemaakt van waar men van te voren eet? Jaja, Italia. Altijd Italia. Hup Italia. Zie je al voor je, woensdagmorgen in de krant? ‘Voor de wedstrijd tegen Madrid aten de Ajacieden drie uur van te voren een stevige sportmaaltijd in het spelershome van de ArenA, een maaltijd die deze keer bestond uit een pasta carbonara en een groene salade met tomaat. Voor Hakim Ziyech hadden de koks de pancetta in de pasta vervangen door gehakt van een halal geslacht lam. Lasse Schöne vond de pasta iets aan de zoute kant en dronk meer dan de aanbevolen 0,4 liter water…enzovoort, enzovoort…’

Binnen de schaakverslaggeving hebben vele stijlfiguren reeds de revue gepasseerd. De verslagen zijn grofweg in twee categorieën te verdelen. Er bestaan verslaggevers die het gebeuren puur als een sportwedstrijd verslaan, en in chronologische volgorde verslag doen van hoe de stukken bewegen over de borden en wat dat voor de uitslag zou moeten betekenen. En dan zijn er de verslaggevers die verhalen over de reis, het eten vooraf, de lauwe koffie, het bier, het eten achteraf, hoeveel minuten ze te laat of te vroeg aankwamen, het buurtcentrum, ja eigenlijk van alles behalve het schaken zelf.

En dan bestaan er nog eindeloos veel subcategorieën, in alle kleuren en maten. Je hebt ze erbij die het verslag doorspekken met verwijzingen naar de bijbel (Hummel) of die beslaan uit slechts één zin (Hummel). Je hebt ze die verslag doen met een beroepsmatige bril op (Billy Bouwmans) en je hebt het emotionele verslag (Edim). Je hebt ze zonder interpunctie (Pol), en er is het zogenoemde dubbelverslag (Jan Joris). En er zijn natuurlijk de spookverslagen, dat zijn verslagen die luidkeels worden aangekondigd (Jan Joris) en dan door een professional moeten worden geschreven (Benno). Je hebt het externe verslag (Schaakreporter) en het gezamenlijk verslag (LOSsers). Je hebt verslagen die eindeloos op zich laten wachten (Mathijs, Renze) en verslagen die de volgende dag al online staan (Geon, Koen).

Kortom, er bestaan verslagen in alle genres. Alle genres? Nee, er is één klein genre dat dapper weerstand biedt tegen het grote leger van genres… Welke dat is? De uitbesteding. Ja, u hoort het goed, de uitbesteding. Na een avondje een stuk in je kraag zuipen in het LOShol en live-verslag op de fan-apps doen heb je weinig zin om de volgende dag met een kater ook nog eens een verslag te gaan lopen tikken, toch? Ik bedoel maar. Je ligt op de bank vet voer naar binnen te werken en voetbal te kijken en je vervloekt jezelf dat je in een overmoedige bui zei dat jij dat verslag wel even zou gaan schrijven. Vervolgens vraag je je af waarom ze voor bijna alles ter wereld een robot hebben, maar niet voor zoiets essentieels als de schaakverslaggeving…

Ik val in slaap en droom kort over die stomme robot uit Starwars. Dan wordt ik luidruchtig gewekt, het is rust en een elektrische, zelfsturende Mazda rijdt rond in een fraai berglandschap op gladde wegen zonder tegenliggers. Ik zap slaapdronken een beetje in het wilde weg en stuit op CNN op het nieuws dat Elon Musk een computer heeft ontwikkeld die kan schrijven. Niet gewoon zinnen maken, nee, echte mooie zinnen die niet van de door de mens geschreven zinnen zijn te onderscheiden. Deze schrijfrobot heeft een stuk over de ontdekking van eenhoorns in het Andesgebergte geschreven, zo authentiek dat het voor sommigen nog geloofwaardig was ook. En ze hebben deze robot de eerste zin uit de klassieker 1984 van George Orwell gevoerd, en hij heeft er een volledige, zelfgefabriceerde roman uitgepoept. Betekent dit het einde van de schrijver? Betekent dit het einde van de kunst? Is dit het begin van het einde van de mensheid?

Verderop in het item op CNN verklaart Musk de schrijfcomputer niet op de markt te zullen brengen, omdat hij de wereld wil beschermen tegen de eindeloze stroom van nepnieuws. Een marketingtruc van deze zelfverklaarde redder van de planeet aarde, natuurlijk. Maar tegelijk mooi klote voor de gewone man, ik in dit geval, want nu moet ik het verslag dus toch zelf schrijven. Ik mijmer nog wat verder over artificiële intelligentie en bedenk wat ik nog de hele dag zou moeten doen als we voor alles een robot zouden hebben. Niks meer, luidt het simpele antwoord. Ja, de hele dag eten, neuken en schaken. Dat zou ik nog wel doen denk ik. Ik moet denken aan de vroegere FIDE-president Kirsan Iljoemzjinov, tevens de telkens weer met iets hogere percentages democratisch gekozen president van het Kalmukkië, tot hij in 2010 aftrad nadat hij een tijdje door een ruimteschip was meegenomen. De Republiek Kalmukkië, ja, dat landje ten noorden van de Kaspische Zee waar alleen schakers en schapenfokkers ooit van gehoord hebben. Iljoemzjinov zei ooit eens: ‘Mannen moeten werken, vrouwen moeten baren en kinderen moeten schaken.’ Wie beweert nog dat deze politicus geen visie heeft? En zeg eens eerlijk: zijn wij mannen niet altijd kind gebleven?

De vrije associatie gaat verder, dat krijg je met resten alcohol van de Flaming Asshole in je bloed. Dat is een rare zin, maar wel waar. Ik vraag me af wanneer 1984 geschreven is. Ik gok op 1947, maar heb geen zin om het op te zoeken waardoor ik het nu nog steeds niet weet. En opeens moet ik denken aan een verhaal van een vriend van me die voor een Japanse bank werkt aan de Amsterdamse Zuidas. Toen hij daar nog maar net werkte, had hij een probleem met zijn computer (iets met hardware of software of enter of zo). Hij belde de IT-afdeling, kreeg ene Ashwin aan de lijn en vertelde hem in het Engels wat zijn probleem was en op welke afdeling hij zat. Niet veel later kwam een man langs die zichzelf voorstelde als Theo. Deze Theo fixte de computer met een paar simpele handelingen. Mijn vriend bedankte Theo en vroeg hem de groeten te doen aan zijn collega Ashwin. ‘Ashwin? Die ken ik niet, die zit in India. Denk je echt dat ik eindeloos naar jullie computerproblemen ga zitten luisteren? Daar heb ik toch helemaal geen tijd voor…’

Het kwartje valt. Als er geen computer bestaat die het verslag wil tikken, dan maar een slaafje uit het Verre Oosten. Met alle respect. Ik zoek op Google een bedrijfje dat verslagen (reports and papers) schrijft en komt terecht in Bangalore, India. Ze vragen 1,4 cent per woord en dat is goedkoper dan Jan Joris (die vraagt anderhalve cent per woord, de oplichter!). Bovendien beloven de Indiërs dat het dezelfde dag nog klaar is en bij Jan Joris weet je natuurlijk dat het eindeloos gaat duren. Met alle respect. Dat is overigens ook de reden dat hij bij de Spasskys weg is gestuurd en met hangende pootjes terugkwam bij zijn oude team. Maar dat geheel terzijde. Ik bel naar India en in het Engels met een Gronings accent vraag ik of ze misschien iemand kunnen vragen het verslag te schrijven die wat van chess afweet. ‘Ah, yes sir, we ask Rasmanathapan. He plays the saxophone in his free time, he knows a lot about jazz.’ Ik laat het erbij, allang blij dat ik het verslag zelf niet hoef te schrijven. Ik mail het bureau een paar kernwoorden, uitslagen, namen, een beginzin en na een krap uur krijg ik de volgende mail terug: ‘Dear Sir, In the attachment you find the report in English. If you prefere your own language, I advise you to use Google Translate, Kind regards, Rasmanathapan Savan P.

Zo gezegd, zo ge-dikkie-daan. Google translate dus. En hieronder het resultaat. Veel leesplezier. Voorts ben ik van mening dat de commissie van Ad Tempus Vitae die de shotjes van de maand verzinnen eerst verplicht zelf tien naar binnen moeten werken. Sambuca met Firemen, pfff…

Dunne ontsnapping tegen Assen

Het was een heldere koude dag in april, en de klokken sloegen dertien. Of het was een heldere koude dag in februari en de klokken sloegen achtmaal. Evengoed, in de derde ronde van de KNSB-mok staat LOS tegen Assen op de programma.

De avond ervoor, tijdens de clubavond van SISSA, prikte Geon Paard de beer al een beetje, en we konden spreken van een echte derby. Een derby in Groningen om niet te stoppen, want de meeste – als niet alle – spelers uit Assen zijn residenten van de prachtige stad Groningen. Hoe dan ook, de LOStboys waren de kleine favorieten, maar alleen met een beetje louter vanwege de afwezigheid van Floris van Assendelft, die een beetje onder het weer was.

De theorie was nog steeds niet van de eerste paar vlammende kontgaten zaten in de kelen van de aanwezigen toeschouwers. Ook was een werper besteld, en die ging erin als een zoete scone. Het is al de tweede schaakdienst van bardame Emily, dus voor haar zijn de schakers al zaken als gewoonlijk.

Ok, dan schaken zelf. Gertjan Rooster tegen Erik-Jan Littlechild waren als eerste klaar met hun spel. Littlechild ging all-in tegen de Kings Indian of Rooster, die de laatste tijd echt in vorm is. Rooster speelde een creatiev zet, maar wel een slecht. Daarna speelden ze allebei fatsoenlijke bewegingen, maar het resultaat was al duidelijk en Rooster moest de kogel door. Een snelle en furieuze overwinning voor Littlechild, die zijn oude vorm een ​​beetje lijkt terug te krijgen. Een belangrijke overwinning of een vermomde zegen?

Renze Ryefield tegen Geon Paard was een lastige wedstrijd voor beide spelers. Wit nam ruimte in, was misschien een beetje beter of misschien een stuk beter, maar moest heel precies zijn. Toen Paard een ridder offerde, zag hij dat de tweede speler met zijn kasteel een stuk kon winnen. Dus door te snel te spelen laat Ryefield, die tijdens de wedstrijd erg koud leek, de haak slaan. Geon leek in zo’n vooruitstrevende mindset te lijken, dat loslaten bijna onmogelijk leek. Renze ‘Je kunt je hoed op laten’ Ryefield bleef op de bal en Paard moest aftreden. Ja, nu was het 2-0, maar verdunningen waren helemaal niet duidelijk.

In het spel tussen Ivo Butis en Paul Tien Fargert was het tussen creativiteit en fatsoen, tussen jonge hybris tegen een emotionele brench, gezondheid tegen een man die een beetje onder het weer was. Ja, Butis was de favoriet, maar is hij echt aan het werk? In de opening leek hij te zijn, later kwam Tien Fargert terug in de wedstrijd, maar werd eventuelly uitgeschakeld door de binnenkort internationale meester, zelfs eenaangeboden vlammende kontgat op een laaste moment kon het spel niet redden voor LOS.

In het spel tussen Smells Language tegen Tough Lampright lijkt de laatste zijn zelfverzekerde zelf te zijn. Lampright denkt dat hij in de opening beter een aantal kansen had ontmoet. Hij heeft een rekenfout op een cruciaal moment, dus hij heeft te woesten in een zwaar stuk einde. Deze laatste wedstrijd moet van onze persepective zijn to these wedstrijd te winnen zonder snel schaak. Language gaf Lampright een handje dat niet in het zicht is. Van zoals de oud-wereldkampioen grootmeester Viswanathan Anand zei: ‘Waarom zijn ridders minder waard dan bischoppen?’ Littlechild zegt: ‘Waarom kan Tough niet normaal opgeven? Dan kunnen we snel schaken en haal ik m’n bus nog.’

Toen kwam Tough in een echt hopelijk verloren eindspel en maakte een gelijkspel zoals alleen Tricky Tough kan doen. De fans waren er in grote aantallen. Hendrik hield zijn studentenclub in de gaten en was vaak te snel voor de benoemde livereporter Benno. Casper was er om zijn team aan te moedigen, feestjongen Kenneth om zijn tweede verjaardag te vieren op een dag, Nick & Simon om met elkaar te schaken en niet te zingen, Mathijs om te kijken of het bier even lekker smaakt als in het lokale Hooghoudt, Tjaart rechtstreeks uit het ziekenhuis en Enno voor het schaken.

Als Mozes niet naar de berg komt, komen Mika en Maarten naar het LOSgat, dus eindigde de nacht in een grote overwinning van LOS en het spel Draaien, met Benno het op betekent geven dat hij zijn linkerhand op blauw moet zetten, en heel veel werpers en heel veel vlammende klootzakken en heel veel plezier en heel veel ideeën voor het schot van de maart. Einde verslag.

Ok, laten we eerlijk zijn: het resultaat van het verslag valt toch een beetje tegen, nietwaar? Het was het experiment waard, maar ik beloof het de volgende verslag door een robot of Jan Joris te laten schrijven. Over en uit.

– Benno de Jongh, Rasmanathapan Savan P., Bangalore Translate Union en Google Translate –

KNSB-beker ronde 2: LOS – Hoogeveen

Om verzekerd te zijn van goede relaties met de wedstrijdleider werd hij meegenomen om wat saté-tjes weg te prikken. Hendrik zette de boel klaar, de barman zorgde voor gratis koffie, het shotje van de maand was nog steeds pepernoot en ook ik was op tijd. We speelden een bekerpot tegen Hoogeveen en waren licht in het voordeel volgens ratingcijfertjes, we speelden thuis, kregen wat publiek, wat kon er fout gaan?

Hendrik speelde creatief en stond blijkbaar gewonnen toen hij plotseling een remiseaanbod kreeg. Maar nemen, want ik ga winnen, dacht ik. 0,5. En ik won inderdaad. Arjan was steeds bang dat ik mat ging, maar ik telde bij mijn tegenstander twee kreupele stukken, twee zwaktes en later drie en wist dat elk eindspel heerlijk zou zijn. Misschien was ik te optimistisch geworden door de alcohol, maar toen ik er ook nog twee pionnen bij zou krijgen gaf mijn tegenstander op. 1,5. Frits met wit was in de eerste klasse KNSB bijna een garantie voor een punt, zelfs met een slappe Rossolimo. Nu keek hij de hele avond moeilijk, zelfs toen hij een pion kreeg en later meer pionnen voor een kwal. Er was een noodrem nodig en die vond Frits. 2. EJP speelt al zijn hele leven brakke openingen, maar daar gedijt hij goed bij. Gewoon een wederzijdse tijdnood ingaan en dan handiger zijn. Misschien won het eindspel met een pion meer, maar remise moeten maken als je stelling tussen remise en gewonnen in hangt is wel lekker en Pastoortje is dan gewoon praktisch: alles eraf en remise. 2,5 en weer een rondje beker. Eigenlijk jammer dat er niet meer gevluggerd hoefde te worden.

We zijn nog op zoek naar een goede yell voor LOS. Wie helpt ons uit de brand? Lydia zette als toeschouwer, na het halfje, al olé, olá in…