LOS komt los van moederclub

Als er een moederschoot is geweest waar het arrogante, zelfingenomen, zelfbewuste en puberale LOS uit is ontstaan, dan heet zij Sissa. Het geluk trof ons dan ook toen wij voor tenminste een keer terug mochten keren naar die moederschoot en ons mochten laven aan haar warmte, door zowel tegen Sissa-sisters in de NOSBO-beker als tegen Sissa in de KNSB-beker te loten, hoewel van ‘tegen’ bezwaarlijk sprake kan zijn. Dat we locatie-ongebonden zijn bleek meteen. Moeten we iemand invliegen uit Zoetermeer, uit de hoofdstad, en wat te doen met een locatie als ‘een concert’? Net zo locatie-ongebonden maakte het café Hooghoudt en het JvdWDsc voor ons geen verschil, en acht man optrommelen lukte net, zodat de vraag meteen ook rees: zijn we wel met genoeg vet op de botten aan onze onderneming begonnen?

Tegen vrouwen schaken zal voor iedereen een andere ervaring zijn. Soms geeft een vrouw een dame weg en geeft ze op en staan we 1-0 voor. Soms mag je van een vrouw op tijd weg naar een concert, omdat ze opgeeft, terwijl ze best door had kunnen spelen. Soms spelen er andere emoties dan puur sportieve strijd en wil je indruk maken en ga je idiote beperkingen aan – zoals: je mag geen stuk meer op de achterste twee rijen neerzetten – en moet je nog echt nadenken ook. Soms word je volledig overspeeld en sta je straalverloren, dan iets minder verloren en uiteindelijk zelfs gewonnen en dan win je als team opeens met 4-0.

In de KNSB-beker ging het allemaal wat stroever. Zo had Eric Jan Walinga praatjes: “Een remise zit er voor jou niet in! Heb je mijn TPR wel gezien?” Edim, Raymon en Mathijs hadden een goede concentratie te pakken. Zelf zat ik lekker in mijn vel, weekje vakantie gehad, beetje schaken. Walinga had een paar keer de gelijkmaker op de schoen, maar vanaf een gegeven moment werd mijn stelling met elke zet beter tot hij niet beter kon: Walinga stond mat, en een remise zat er voor mij inderdaad niet in. Daarmee leek het goede nieuws al bijna op te zijn. Edim nam veel risico en zijn stelling leek te kraken, maar hij eindigde in een gladremise stelling tegen Renze. Jan Joris stond gedrongen en dat is meestal niet erg. Als hij echter half aangeschoten beweert: “Ik ga lekker een pion pakken” en daar flink bij lacht, is dat zelfs reden tot optimisme. Dat hij de pion vervolgens niet pakt en daarna alles instort, tsja. Edim deed het onmogelijke: hij verloor de partij tegen Renze. De eerste partij die ik ooit tegen Edim speelde was net zo’n geval: volstrekt gelijk eindspel en dan opeens winnen. Edims spel verdient het eigenlijk om meer punten op te leveren. Benno speelde de opening zo creatief dat ik geen enkele zet van hem kon voorspellen. Hij had dan wel lopers, maar ook een gemankeerde structuur en kwam ergens een kwal te kort. In wederzijdse tijdnood deed hij alles cadeau en schopte hij uit frustratie en begeleid met krachttermen een deur die er ook niets aan kon doen. Een objectieve toeschouwer zou het misschien gewoon een prima partij van Mathijs hebben gevonden. Dus net aan een 2-2, met enorme mazzel. Vluggeren dus.

Inmiddels had ik bier op en ik gaf meteen een stuk weg. Wonderbaarlijk genoeg, of beter: dronken genoeg, hield ik de druk op de ketel en blunderde Eric Jan in een lastige stelling. Jan Joris knuppelde Raymon naar een matje (zwarte koning op h3, vol bord) en daarna maakte het niet meer uit, vanwege afvallen van borden en dergelijke, maar Renze won ook nog weer een remise-eindspel tegen Edim en verloor Benno nu? Geen idee. Voor de statistieken. Die statistieken zijn overigens niet te vinden op schaken.nl. Bij een uitslag van 2-2 staat niet wie door is na vluggeren, wat een volstrekt inferieure website is dat. Hebben jullie er allemaal over geklaagd in de enquête van de KNSB?

Steeds losser staan nu Hoogeveen en de GUC3 op het menu.