Over derby’s, Fransozen, moffenhoeren en proefbankjes

Dit zou een dubbelverslag 2.0 moeten worden, maar is eigenlijk een soort slap aftreksel geworden van het verslag dat ik reeds gisteren gepost heb op de SISSA-website. Wel zijn er enkele typefouten gecorrigeerd en aanvullingen gedaan, zoals daar zijn: voortschrijdend inzicht, perspectiefwisselingen, de informatie van nu en, last but not least, foto’s. Beeld kan tegenwoordig eigenlijk niet meer ontbreken in een fatsoenlijk verslag, maar is op die Sovjet-website van SISSA nog steeds taboe. Niet vanwege privacy ofzo, maar vooral omdat de website gemaakt is door een of andere beunhaas, een vriendje van een vriendje van iemand uit het bestuur die zijn diploma informatica vervalst heeft. Met alle respect natuurlijk…

Respect is één ding, loyaliteit iets anders. Over dat laatste wil ik het graag even met u hebben. We kunnen toch wel stellen dat loyaliteit een hol begrip is geworden in onze tijd. In de tijd dat middelmatige rechtsbacks van middelmatige voetbalverenigingen na een mazzelgoal een obligaat hartje maken richting het publiek, hun coach bijkans aflebberen, op pathetische wijze meerdere malen het clubembleem kussen en twee maanden later voor een paar duiten extra verkassen naar de volgende club waar ze zonder enige vorm van gêne hetzelfde doen na een mislukte voorzet die in de bovenhoek verdwijnt…

Een land kan zijn dwazen overleven, zelfs de ambitieuze. Maar verraad van binnenuit overleeft het niet. (Cicero, 55 v. Chr.)

Dus toen ik, een van uw favorietste schaakverslaggevers van Noord-Nederland en omstreken, gevraagd werd mijn voor de NOSBO-beker voor SISSA uit te komen, wist ik dat ik daarmee mogelijkerwijs op wat gelakte teennageltjes van sommige niet nader te noemen figuren van LOS zou stappen. Het verzoek van onze grote SISSA-leider, schaduwvoorzitter en zonnekoning Maarten Roorda om voor SISSA uit te komen was echter iets waar ik – als man van mijn tijd – slechts een pilsje lang over na te hoefde na te denken. Ik speel graag voor SISSA, de club waar ik als schaker achter de mens volwassen ben geworden. Ik neem op de koop toe dat ik door mijn LOS-clubgenoten nu te pas en te onpas voor verrader wordt uitgemaakt. Waarbij diegenen die zich als een stel huursoldaten door nota bene de Duitsers naar het Oostfront laten dirigeren voor een of ander Blitzkriegtoernier, de meeste noten op hun zang lijken te hebben. Maar ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, of niet Koen en Pol? Dan kan de plaatselijke krant wel schrijven dat ‘Der niederländischer Studenten-Blitzmeister holte bei seinen beiden Saisoneinsätzen jeweils souveräne Siege und befindet sich aktuell in Topform…’ Maar ja, waarom dan niet die Topform voor je eigen club inzetten? Dat zijn mind you degenen die mij verrader noemen, vooral in de clubapp, omdat ze te laf zijn om het in mijn gezicht te zeggen… Maar wel goed genoeg om als een modern slaafje het verslag te schrijven zeker?

Die Furcht is die Mutter der Moral. (Friedrich Nietzsche, 1883)

Over de belangrijkste afsplitsing in de geschiedenis van de mensheid sinds 1517, is reeds genoeg gezegd. Over de communicatieve vaardigheden van het SISSA-bestuur, de rol van de sponsor, wel of geen toezeggingen en de talloze boterige tepels halen wij geen koeien uit de sloot, zeker geen oude. Gedane zaken nemen geen keer en we kunnen nu slechts constateren dat SISSA-LOS een echte derby is. Het is hard op weg om dé Groningse derby te worden, eentje waar GUC (spreek uit: GUK) – SISSA nu al een puntje aan kan zuigen. De winterse eerste ronde van de KNSB-beker die nipt na snelschaken door LOS werd gewonnen, was slechts een voorproefje in vergelijking met wat wij afhankelijke toeschouwers vrijdagavond in het Denksportcentrum kregen voorgeschoteld. Deze derby is niets minder dan een strijd tussen twee culturen: tussen zoete dropshot en zoute dropshot, tussen traditie en toekomst, tussen 17 bier op een avond en 17 pitchers op een avond, tussen student en eeuwige student, tussen de sleetse moederschoot en een lekker jong, strak kutje.

De LOSsers zijn voor een groot deel oud-studenten, maar wel oud-studenten die nog denken dat ze studenten zijn. En daar naar leven, althans bij het schaken. (Jan van Os, 2019)

Bij bekerschaken is psychologie bijna even belangrijk als de zetten zelf. Voor LOS was de puzzel die opstelling heet simpeler te leggen dan voor SISSA. De gebroeders Van Foreest, (die overigens – dat weten maar weinig mensen – ook twee betovergrootvaders hadden, tevens broers van elkaar, die ook aardig konden schaken en Nederlands kampioen werden, jaja) – vonden een of ander toernooi in Skopje of all places belangrijker dan de halve finale van de NOSBO-beker. Over loyaliteit gesproken! Bij LOS speelde behalve de dubbele moraal van de twee reeds genoemde moffenhoeren ook andere kwesties zoals zwangerschapsverloven. Daardoor verschenen de lokatielozen weliswaar met een zeer representatieve formatie, maar niet met de állersterkste opstelling aan de start.

Dat heb je mis, Jaap [Stam, red]. Je hoeft niet bij de geboorte van je kind te zijn, alleen bij de verwekking… (Winston Bogarde, 1994)

Twee dagen eerder bewees LOS prima met een underdogrol om te kunnen gaan door vier profs na verlenging te vernederen in Apeldoorn. Maar zouden we ook met een favorietenrol om kunnen gaan? Zouden we misschien naast onze schoenen zijn gaan lopen? De filosofiestudent speelde tegen de magazijnmedewerker, de econometriestudent nam het op tegen de rechtenstudent, de arts tegen geschiedenisstudent en de pokeraar tegen de beeldhouwer. De spanning in het Jannes van der Wal Denksportcentrum Groningen aan de Oliemuldersweg 43 in Groningen voor de halve finale van de NOSBO-beker was reeds voor aanvang om te snijden. Een vol huis, want ook de SISSA-Sistaaz en het derde team van SISSA werkten op dezelfde locatie hun partijen af. In ons duel echter leek achtergrond, leeftijd, ras en geaardheid even geen rol te spelen. De strijd zou beslist worden op het bord, het gaat bij schaken tenslotte om de drie zetten: de zin, de zetten en de zenuwen.

If you’re not nervous, you’re not paying attention. (Miles Davis, 1972)

Twee Fransen en twee Sicilianen lopen samen de kroeg in. Zegt de een tegen de ander: ‘Ik geloof dat ik dubbel zie.’ Het is jammer dat een schaakverslag ook een beetje over schaken moet gaan. Nee, ik ontkom er weer niet aan. Op bord 1 was het Nick tegen Renze, wellicht de hoogst gerate partij ooit in de reguliere NOSBO gespeeld, aldus voorzitter Roland Kroezen. Nick Maatman wordt door Pol als ‘huurling’ bestempeld, omdat de filosofiestudent van de RUG naast het verkopen van eieren ook bij GUC wat centjes bijverdient.

Moet je horen wie het zegt. Tegen Renze Rietveld koos Nick voor zijn kenmerkende Fransoos, en een vrij rustige variant verscheen op het bord. Op bord 2 zag eeuwig talent Simon Elgersma de Siciliaan van eeuwig student Frits Rietman tegenover zich. Een ontspannen vakantie met Kees in China had Frits zichtbaar goed gedaan. Hij verliest sowieso zelden meer, maar zat nu zeer ontspannen achter het bord. Hij drukte snel het thematische d5 door, ten koste van een paard op f5 van Simon. Aan Frits de keus of die eraf moest of niet, voorlopig nog maar even niet… Zijn de vier spelers op de eerste twee borden te kenmerken als ‘solide’, op de twee laatste borden was er meer sprake van een botsing der stijlen. De vraag is: Wat kan je met deze informatie? En kan je op basis van persoonlijkheid een uitslag voorspellen?

I am convinced, the way one plays chess always reflects the player’s personality. If something defines his character, then it will also define his way of playing. (Vladimir Kramnik, 2007)

Op bord 3 opent Hendrik ‘de Profeet’ de Groot met 1. e4 tegen Tjaart Offringa. Aan voorspellingen waagde Hendrik zich ditmaal niet. En hij koos ook niet voor zijn gebruikelijke Réti, een opening die hij vooral omzeilde in de hoop dat ik dit fout in dit verslag zou opschrijven, waarna hij mij daarmee zou kunnen pesten. Maar ja, nu staat die aanname fout in de annotatie van zijn partij die u ook op deze site kan vinden. Réti of niet, de partij transformeerde al snel naar een Siciliaan, dus waar lullen we eigenlijk over?

De Profeet is een ras-tacticus en Tjaart een klassiek geschoolde schaker, een tegenstelling die onder meer bleek uit de snelle ontwikkeling van de stukken van de eerste tegenover de solide structuur van de tweede. Als dit een lange partij wordt, geef ik Tjaart goede kansen. Zo niet, dan zal Hendrik waarschijnlijk aan het langste eind trekken, dacht ik nog tijdens het zien van de eerste paar zetten. Op bord 4 was er ook een clash tussen twee stijlen te zien; de solide, positionele Edim ‘Edwin’ Salihbegovic tegen de wat speelsere, frivolere Casper Rupert. Beiden zijn al tijden lang in goede vorm, dus dat beloofde vuurwerk op het bord. Kersverse 1.e4-speler Edim was niet bang voor de Fransman waar Casper al een schaakleven lang patent op heeft. Maar, de hamvraag blijft: Kan je op basis van iemands achtergrond, ras, sexe of persoonlijkheid zien of iemand een beetje kan schaken of niet?

Negers kunnen best schaken, maar negerinnen niet. (Jan Hein Donner, 1972)

Hendrik haalt het eerste punt voor LOS binnen, in minder dan 20 zetten. Een kindertrucje beslist de partij, maar kindertrucjes zitten natuurlijk eerder in de stelling als je een grote ontwikkelingsvoorsprong hebt. ‘Ik gaf twee stukken weg’, aldus Tjaart, ‘en dat zijn er twee te veel.’ Een slechte dag voor Tjaart, en een prima voor De Profeet. ‘Two pieces, just what the docter ordered…’ Op de andere borden op het moment dat ik dit schrijf, om 21.57 uur, valt alleen een prettige plus voor Frits tegen Simon te ontdekken. Renze en Nick lijken op zich prima te staan, al moeten beiden wel nauwkeurig zijn. Maar ja, de tijdnood komt er nog aan en dan is alles mogelijk. 

Tijdens teamwedstrijden wordt alles toch beslist in het beruchte vierde speeluur. (Merijn van Delft, 2019)

Het vierde uur dus. De app wordt steeds actiever, veel LOSsers leven op afstand mee of doen alsof ze op afstand (Berlijn) meeleven. Frits heeft een onnauwkeurigheid van Simon in de opening uitgebuit en lijkt inmiddels wel heel goed te staan, maar in de andere partijen lijkt alles nog mogelijk (22.50 uur). Even later is het 2-1 in het voordeel van LOS, met Edim die zijn partij tegen Casper zeer waarschijnlijk over de streep gaat trekken. Edim offerde een toren tegen een paard en pion, stond in Euwe-puntjes dus iets achter, maar had makkelijker spel en uiteindelijk zowel de betere structuur als de sterkere aanval: 2-2.

Modern chess is too much concerned with things like pawn structure. Forget it, checkmate ends the game. (Nigel Short, 2004)

Vluggeren dus. Een discipline op zich, die zowel de SISSAanen als de LOSsers tot in de puntjes beheersen, vooral als gevolg van langdurige nachtelijke trainingssessies. Overigens heeft LOS aan 2-2 genoeg, omdat het laaste bord tijdens de reguliere partijen als eerste afvalt in de eindtelling, en dat is die tussen Edim en Casper. Op bord 1 gaat de strijd tussen Renze ’the Renzenator’ Rietveld en Nick (die nog te jong is voor een bijnaam) gelijk op, en eindigt in remise. Op bord 2 trekt de jeugd aan het langste eind. Frits behaalde twee dagen geleden nog de bevrijdende winst tegen Thomas Beerdsen, maar moest nu de meerdere in Simon erkennen. Op bord 3 was Hendrik met zwart in een soort Pirc/Wolga/Modern/Tiger Tjaart net te snel en slim af. Ongeveer datzelfde gold voor Casper, die wraak nam op zijn verloren reguliere partij tegen Edim, die lastig kon schakelen van veel meer tijd op de klok naar een vluggertje. Eindstand: 2,5-1,5. De locatielozen winnen en zoals dat in onze democratische traditie gewoon is, feliciteert onze tegenstander ons. De avond was nog jong, maar bleef dat niet voor eeuwig. Er werd in het H’tje eindeloos om dropshots geschaakt, merkwaardige adjevances gemaakt, meegezongen op John de Bever en over ambitie, politiek én belangrijke zaken gepraat, totdat Mika eindelijk de laatste gasten Casper, Edim en ondergetekende eruit veegde…

Miniatuurtje

LOB

Locatie Onafhankelijk Bekeren betekent meestal dat je steeds verder het land in wordt geslingerd: beginnend in de regio ga je het hele land door. In ons geval worden we gejojood. Beginnend tegen onze oude club en vrienden van SISSA in Groningen, lootten we twee thuiswedstrijden tegen Hoogeveen en Assen. Nu in de vierde ronde stond Apeldoorn op het programma. Nu bleek dat ook de meest Losse van ons allen, hij die het verst van Groningen woont, zijn plicht niet meer kon ontlopen en hij meldde zich aan het front.

µConsult Apeldoorn heeft een team met 10 titelhouders beschikbaar en dit maakte het zowel onvoorspelbaar tegen wie we speelden, als dat we onze kansen realistisch, maar niet te hoog inschatten. Beginnend bij de Chinees om de hoek, was het weerzien alweer prachtig. Frits met verhalen over een op zijn vriendin lijkende Oekraïense, die 12 uur lang stilzitten aangenaam maakte. Koen met enthousiaste en moeilijke verhalen over deeltjesfysica en Renze had zich goed voorbereid door met een bridgetrui de blits te maken in het denksportcentrum. Daar aangekomen bleken de volgende individuele wedstrijden voor ons er aan te komen:

Roeland Pruijssers – Renze Rietveld (zwart)

Thomas Beerdsen – Frits Rietman

Nico Zwirs – Floris van Assendelft

Merijn van Delft – Koen Lambrechts

Bij Renze kwam er een scherpe Najdorf op het bord, waarbij het opviel dat wit wel erg vlug kwam met de flankaanval, en waarbij Renze vooral opviel door afwezigheid aan het bord. Roeland zie ik regelmatig op FollowChess sterke wedstrijden spelen overal op de wereld.

Frits leek tegen Thomas (tegenwoordig zonder Feyenoord-shirt) een gepointeerde opzet tegen te krijgen. Italiaans met snel …g6 (zodat zwak veld f5 niet meer zwak is), a4 uitlokken zodat na …Le6 de loper op b3 hangt, waarna hij een sterk centrum pakte met e5 en d5. Thomas kwam ook nog eens met Ph5, die g3 afdwong en Dd7 die h3 aanvalt. Als buurman was ik bang dat Frits onder de voet zou worden gelopen. Oh Frits, de Karpov uit Groningen, die zo goed is in kleine zetten, begon aan een groot plan. Eerst ging hij even een sigaretje roken.

Nico, die ondanks enkele jaren training door mij het al bijna tot IM heeft geschopt, besloot tegen mijn Najdorf 6.g3 te spelen, waarop ik tot een draak overging met 7…g6. Toen Nico zich ontwikkelde met 13.Le3 b4 14.Pd5 had ik een kleine deja vu:

In 2005 won Tim Lammens, naast mij zittend, van hij die we niet noemen, middels een truc waarmee je een stuk in het centrum wint. Ik weet dus al jaren van het bestaan van zo’n soort truc, alleen was me de precieze stelling inmiddels ontschoten. Enfin, na 14.Pd5 reproduceerde mijn grijze hersenmassa de herinnering.

Nadat we beiden tot nu toe vrij snel hadden gespeeld speelde ik 14…Pd7 en bood een drankje aan. Dit was een domme fout. Uiteraard zou mijn tegenstander nu ‘verplicht’ worden tot het wachten met zetten tot ik terug ben. De genoemde truc (15.Pd4?? Lxd4! 16.Lxd4 e6 en zwart wint op ironische wijze een stuk) zal hij dus zeker zien. Al koffie halend zat ik dus te denken hoe ik het beste op 15.c3 kon reageren…

Koen ondertussen speelde alsof het een Fischer-Randompartij was. Vanaf zet 1 al flink in de tanktank terwijl Merijn rustig a tempo speelde tot en met zet 12. Koen koos voor een rustige aanpak van de Najdorf, maar had ondanks bovengenoemde nog wel de tijd gevonden om met Frits en Renze even wat teer te inhaleren.

Toen ik terugkwam met de nodige koffie had Nico inderdaad nog niet gezet. Even later waren mijn drie buiten staande teamgenoten al wel aan zet. Mijn gedachten dwaalden af naar de letter µ: waar staat die ook alweer voor in de natuurkunde? En terwijl ik droomde over 15.c3 kwam er een vreemde, heroïsche eenzaamheid in mij naar boven. Het liefst wilde ik simultaan verder spelen tegen de Apeldoorners en mijn teamgenoten bij terugkomst verrassen met een prachtstelling. Toen ik wakker werd echter, bleek dat ik nog steeds droomde: Nico had 15.Pd4 gespeeld en de partij werd niet meer spannend. 0-1 LOS.

Bij Frits echter sloeg de vlam in de pan, en eigenlijk stond het me allemaal wel aan. Thomas werd gedwongen tot Ph5-f6-e8 en Frits kwam met zijn eigen tegenplannen met Pf3-h4-f5: inderdaad, ondanks dat zwart g6 speelde:

Thomas vreesde dat wit rustig Pf5 zou voorbereiden met Pe3, Ld2 en 0-0-0. Wat zwart moet doen in de tussentijd is lastiger te bepalen. Frits speelde echter het door de computer aanvaarde 17.Pf5!

Een aantal zetten later stond het als volgt:

Hier bood Thomas remise aan. Renze en Koen leken onder druk te staan, maar ik stond duidelijker gewonnen, dan dat Koen en Renze slecht stonden. Frits volgde zijn gevoel en nam remise aan. ½ – 1½ LOS.

Bij Koen heb ik me afgeleerd wat over zijn stelling te vinden. Als een soort anti-Floris manoeuvreert hij meestal zijn standpunten op een manier waarop ik weinig kan inbrengen. Ik vroeg hem dus maar eens hoe hij het vond gaan en hij gaf aan dat hij duidelijk minder stond, maar dat hij niet zag hoe hij moest verliezen. Merijn was bovendien enthousiast tijd aan het consumeren en na wat gemanoeuvreer stond het als volgt:

Als een soort Pluto’s hebben de dames wat rondgedraaid aan de rand van het bord. Ik zie dit ook veel bij computerschaak: stukken netjes ontwikkelen en ruimte pakken met je pionnen. Vervolgens een oneindig en onbegrijpelijk gemanoeuvreer. U begrijpt dat ik onder de indruk was van Merijn en Koen. Wit probeert Pd5 + c3 voor te bereiden. Misschien zelfs wel met Pa1 als voorbereidende zet. Zwart probeert Txc3 en d5/Pa2-achtigen voor te bereiden. Wellicht had daarom de stelling hier na Tee2 kunnen ontploffen. Koen speelde echter Db1 en na nog wat verder geroteer werd er remise besloten. 2-1 LOS.

Renze met zwart staat heel passief. Wel heeft hij het loperpaar en als wit niet snel is kan hij misschien met a5+b4 tegenspel krijgen. Ik vermoedde dat wit hier zou gaan tripleren op de g-lijn en dan zou blijken wie het snelste is. Roeland besloot het echter meer positioneel aan te pakken. Nadat de zwartveldige lopers werden geruild ontstond deze stelling:

Materieel gezien staat het gelijk. Met e6 pion zwak, de koning die klem staat en individueel functionerende stukken staat zwart erg slecht. Dat een eventueel pionneneindspel gewonnen kan zijn door de gedekte vrijpion is iets waar zelfs ik niet van durfde te dromen. Het duurde niet veel langer meer of Roeland had een gewonnen eindspel bereikt: 2-2. We mochten snelschaken. Iets waar volgens mij iedereen stiekem altijd een beetje op hoopt bij een bekerwedstrijd. Omdat het laagste bord zou afvallen moesten wij echter winnen. Omdat µConsult over live borden beschikt, zijn ook deze partijen voor de eeuwigheid vastgelegd. Fraai vind ik het dat ook de tijd wordt bijgehouden. Hieronder een aantal fragmenten:

Na een flinke tijd- en stellingvoorsprong te hebben verspeeld zat ik me hier af te vragen hoe ik het effectiefst mijn d-pion naar voren kon krijgen. Ik zag Nico uit een ooghoek naar mijn klok gluren en toen ik zag dat ik nog 3 seconden had besloot ik dat ik eerst het zwart paard wilde domineren: 42.Lf3? Dxf4+ oeps!….

Koen kreeg in de klassieke variant van het Caro-Kann wat theorie voor zijn kiezen. In deze scherpe stelling is het tijdverschil van bijna anderhalve minuut niet hoopvol. Koen wist gelukkig middels pionwinst de stelling te simplificeren en in tijd terug te komen:

Hier werd opeens remise overeen gekomen. Het lijkt me dat zwart nog met zijn pionnenstorm kan beginnen en dat wit daar weinig tegenover kan zetten. Koen kent echter zijn teamgenoten en had al even op de andere borden gegluurd.

Als eerste klaar was Frits, oooh Frits. In een Scandinaviër stelden beide partijen zich rustig op. Met zwart kreeg Frits b5-bxc4-bxc4 erin en leek wat spel te hebben op de damevleugel. Na een onnauwkeurigheid had hij echter al een pion verloren. Nu gaat Thomas ook de fout in:

Na 26.f5? Ta8 27. De2 Txa2 begon Frits het over te nemen. Even later speelde Frits een prachtige kleine zet, die wat mij betreft de zet van de dag is:

31….Tb8!

Geen torenruil: zwart tegen een veel sterkere spelen? Boeiend! De zwarte koning is oneindig veel veiliger dan de witte, dus ruilt zwart de tweede toren niet! Ook pion d4 is zwak en de witte lopers kunnen erg weinig.

Stelling na 38…Db3-Dc2! Ook weer zo kenmerkend. Met vrijwel alleen maar kleine zetten (Lf6-g5-f4) heeft Frits zijn voordeel uitgebouwd en is aardig aan het binnendringen in de witte stelling. Zonder enig tegenspel en een hangende f-pion verdedigde Thomas zijn pion op riskante wijze: Lh3?! Frits was echter nog steeds in de ‘kleine-zettenmodus’ en Dc2-h2 is natuurlijk een te lange weg. Vier zetten later kreeg Frits nog een kans op dit mat in 1 en toen speelde hij het wel. Een opmerkelijk stukje schaakblindheid! 1½ – ½ voor LOS!

Ik hoorde Koen roepen wat de stand was, maar ik had net mijn pion op f4 weggegeven. Na een korte periode van snelle zetten hoorde ik een engel roepen dat remise genoeg was. Tijdens deze rommelfase had mijn vrije d-pion het paard opgeleverd en waren de torens geruild. Ik hoefde alleen nog maar niet nog een pion (of meer) te blunderen en dan zou ik het redden. Wat was er ondertussen gebeurd bij Renze?

In een originele Van Geet dacht Roeland op zet 9 al 40 seconden na. Even later:

De tijd/stelling-combinatie lijkt me gunstig voor wit. De stelling lijkt me echter makkelijker te spelen voor zwart omdat dame en torens makkelijke velden hebben. Wat is wit zijn plan echter? We komen er weer in op zet 21:

De tijd/stelling-combinatie is inmiddels gunstig voor zwart. Zwart staat duidelijk beter, met druk op het witte centrum en nog niet goed functionerende stukken van wit, maar het belangrijkste: de zwarte stelling speelt erg makkelijk. Dertien seconden daarentegen is niet veel om je hoofd koel te houden!

Zwart is ingelopen qua tijd, en heeft zijn stellingsvoordeel uitgebreid. Na bijvoorbeeld …Lc6 is het moeilijk om wit goed advies te geven. Roeland maakt hier denk ik echter een typische tijdnoodfout. In plaats van een rustige zet te doen forceert hij de stelling, waardoor het voor wit ineens ook weer makkelijker spelen is. Roeland won een pion na …Lxf3 Lxf3 en Pxe5. De aanwezigheid van de ongelijke lopers en de vastgelegde structuur van de pionnen op de kleur van de eigen loper echter geven een hoge remisemarge. Floris had ondertussen zijn stelling niet weggeblunderd en met een 2-1 voorsprong was het aan Renze om dit eindspel remise te houden:

Dit was de laatste zet die het livebord wist te registreren. Wit gaat zijn pion snel terugwinnen, en ondanks dat dit soort stellingen met deze tijd nog alle kanten op kunnen, werd het niet meer spannend. LOS gaat door naar de vijfde ronde na snelschaken. Hier worden we weer naar het Noorden gejojood en wacht GUC of Philidor op ons.

Zie voor de partijen: http://view.livechesscloud.com/a7035c5b-5f09-4d82-899c-af2ae80e6a58