Dit is een getuigenverslag. Daarom zal ik niet proberen stellingen te analyseren, of al te inhoudelijk in te gaan op wat er schaaktechnisch is gebeurd. Voor mij begon het namelijk al maanden geleden. Een opening, een keuze, een formaliteit, een ritueel. Een gastheer vol goede moed en achteraf een beetje spijt. Onsmakelijke verplichtingen, creatieve drankjes, die achteraf mythische proporties aannemen. Ogenschijnlijk degelijke mannen die zichzelf laten gaan en die rond kampvuren dansen tot het licht wordt. En dan hoor je er ineens bij.
Maar je bent ook gehaald voor de zaterdagen. De eerste wedstrijd kwam met heerlijke voorsmaak, smaakte redelijk, eindige in mineur. Getackeld worden in eigen huis zonder protest. Je voelt dan dat er iets aan de hand is. We zijn dit niet gewend. Zelf probeer ik ook nog te wennen aan de processen, de emoties. Iedereen heeft zijn plek veroverd en laat zich gelden. Een melting pot van eigenzinnige impulsen. Ik gooi mezelf vol overtuiging in de ketel; we zien vanzelf wat er van komt.
Een nieuwe ochtend op Hoofdstation, een auto. Een teamleider en een chauffeur. Koffie, weinig katers. Duidelijk op missie, rechtzetten wat we in de eerste wedstrijd hebben laten liggen. Onderweg pikken we in een groen lintdorp nog een strijder op. Hij heeft amandelspijs mee voor de reisgenoten. Zo gaat het er dus aan toe in de Champions League. De teamleider die zelf stuitert van verlangen, maar het groentje rustig probeert te brengen.
Op snuffelstage op het laatste bord mag ik net zoals mijn thuisdebuut (weinig herinneringen aan) een tweede wedstrijd spelen. Alle goede bedoelingen ten spijt pak ik het solide aan, kook het droog. Objectief zit er weinig meer in, maar er resteert nog een truukje. Nu maar hopen dat de tegenstander een foutje maakt, hetgeen gebeurt. Daarna is het snel klaar. De andere borden oogden allemaal kansrijk, maar niet eenvoudig.
Ja, ik zag dat Renze winstkansen had na een kwaliteitsoffer en goede witte velden, maar toch uiteindelijk remise werd. Ja, ik zag ook wel dat Koen een onorthodoxe Caro-Kann speelde met vroeg c5 en complicaties zonder te rokeren en met spel, wat een punt opleverde; en ja, iedereen heeft Frits gezien op (live)bord 3 met een solide Siciliaan die liet hakken op g2 en mazzelde dat zijn tegenstander Dames ruilde waardoor het eindspel goed was en ja; op 4 had Arjan een Ellendige Engelsman die nergens over ging en waardoor hij het onderspit moest delven en JA: JJ won heel hard in een Catalaan op een manier hoe een Catalaan op amateurniveau gespeeld dient te worden en ja; Benno op 6 counterde een aanval tegen iemand die al Londen speelde toen het nog in Romaanse handen was en; ja; Pastoor speelde een halfbekend systeempje maar dit keer met meer finesse (dus stond verloren), wist nog met toverkunst het punt onze kant op te trekken.
Bonuspunten dat we speelden in The Shamrock, een oprecht indrukwekkend etablissement waar voor minstens een ton whiskey aan de muur hing. Dat kwam ons erg goed uit tijdens de analyse. Zo zoet als de drank, zo zout waren de spareribs en zo onvergeeflijk was de serveerster die onze teamleider geen derde bord gunde voor de proeverij. Soms zit ook alles tegen. Gelukkig mochten we uit volle borst in de donkere terugtocht meezingen met het beste wat Nederland te bieden heeft. En dan resteert de nacht; de zaterdag in Htje waar normaliter het dak af gaat maar waar nu gezapig geanalyseerd wordt; waar we klaverjassen en toepen totdat de hoofden beginnen te knikken. Om de volgende ochtend (en de opvolgende ochtenden) eraan herinnerd te worden dat je nog een verslag moet schrijven. Bijna een week later zijn we hier, het seizoen nog jong, alles om voor te spelen. Alles te bewijzen, alles te beleven.
Mathijs
Leuk!
Mooi!