Lijden met LOS

De teamleider was al stevig tekeer gegaan bij de oprichting van onze prachtige vereniging. Houdt uw agenda vrij! We zijn met twaalf, maar het kan zomaar afmeldingen gaan regenen als iedereen denkt dat er genoeg invallers zijn. Als oplossing volgde een strak afmeldschema met kleurtjes dat keurig werd ingevuld door bijna iedereen. Toen bleek dat er toch een tekort ontstond… operaties kun je niet afzeggen, kinderen kun je niet in de steek laten, terugvliegen uit Genève of de Spaanse hooglanden lijkt ook niet ideaal. Dan maar een e-mailwisseling opstarten met de tegenstrevers uit Hardenberg. Dat duurde even, want ze wilden wel meewerken, maar de bespreking van details duurde toch nog tot een dag voor de wedstrijd. Maar goed, hulde voor de Noorderijsselers die ondanks eerdere onwillige tegenstanders bij verzoeken tot vooruitspelers toch wilde meewerken. Zo konden Jan Joris en Koen, na een voortreffelijke bodem pasta pesto onderweg naar Renze om hun weg door het holst van de winteravond richting Hardenberg aan te vangen.

Aangekomen volgden meteen vriendelijke woorden, consumptiebonnen, maar ook het ontbreken van de moestuin rondom clubhonk de Pothof. De gemeente Hardenberg had zich na jaren ineens gerealiseerd dat een moestuin in de wijk niet paste in het bestemmingsplan. Je moet je er maar druk over willen maken… ik snap dat Paul zo druk is op zijn werk.

Het schaken begon goed, met Jan Joris die een Russische opzet koos. De controle over het centrum bleek het thema van de wedstrijd, want ondanks een missertje hier en daar voelde de witte zich prinsheerlijk achter de boeren op E4 en D4. Dan moet je natuurlijk nog wel een winstplan verzinnen… en dat werd gevonden in een lokkertje. Niet dat het waterdicht was, want tegenstander Joan ging in op de door JJ opgezette val, won een kwaliteit en kon zich vervolgens nog steeds rustig houden achter zijn linies. Toen de ‘ik hoef niet te slaan, het is geen dammen,’ regel echter even werd vergeten bleek Groen een hardnekkige wurggreep te hebben geslagen. Zwart offerde wanhopig een stuk terug voor twee pionnen, maar verloor aan het eind van de combinatie een extra toren waarmee de strijd snel beslecht was.

Buurman Renze moest even wachten op zijn koffie, maar had eigenlijk nog geen tijd gebruikt tot hij een pion mee kon snaaien. Pionnetje binnen, dus dat zal wel winnen, rijmt uw verslaggever rustig. Maar tegenstander Rutger had er nog wel zin in en zette voortvarend een koningsaanval op touw. Renze moet de volgende dag bridgen, dus er kon verdorie niet eens een biertje bij! Maar goed.. Renze is met een pilsje in de klauw al bijna niet te kloppen, dus zonder is het helemaal een beest. Met de tijd komt het materiaal, en met een kwaliteit en enkele pionnen minder was er dan ook geen redden meer aan voor onze vriend uit Hardenberg. 2-0 voor en nog 6 kanjers die achter de borden mogen verschijnen! We denderen door!

Boereneindspel

Het viel de webmaster op dat er hier nog vrij weinig concreets over dat mooie spel schaken geschreven is. Op verzoek wilde onze Koen de bevindingen na zijn partij wel met ons delen. Natuurlijk ontbreekt zijn kenmerkende zelfkritiek niet. Een beetje bescheidenheid is af en toe ook wel verfrissend.

Pionneneindspelen zijn vaak toch ingewikkelder dan je denkt. Wees oppernederig als een boer en leer.

LOS houdt huis in eigen stal tegen TAL

Dit verslag is live op locatie opgenomen na de winst van LOS (-Groningen?!) op Tjonger Aa Linde, gespeeld in klasse 4a van de KNSB-competitie op 3 november 2018. Het idee van dit experiment is de sfeer van LOS, die zich vooral kenmerkt door een bepaalde arrogante overwinningsroes, het nuttigen van alcohol en een voorkeur voor meezingmuziek van nederlandstalige bodem, zó waarheidsgetrouw te vatten, dat er als het ware een foto van wordt gemaakt.

Er is al enig onderzoek gedaan naar het wezen van de Groningse schakers en hun groepsgedragingen. Zo observeerde de vermaarde gedragsbioloog Billy Bouwmans in de zomer van dit jaar enkele ‘vreemde vogels’ tijdens het zomerschaak in het Hooghoudt Proeflokaal (dat overigens zeer overtuigend gewonnen werd door De Jongh, te vinden op de NOSBO-site door een eind naar beneden te scrollen). LOS vormt dan weer haar eigen subcultuur binnen de scene, namelijk die van de (vooral voormalige) studenten die vlak vóór, op of al over de drempel zijn van het zich ‘settelen’; dat laatste proces nu lijkt relatief langer te duren bij de lieden van LOS dan bij subculturen van hun peers door een nostalgische hang naar het losbandigere verleden.

Naarmate de avond vordert en er meer bier wordt gedronken, worden de taaluitingen navenant incoherenter. We moeten een spreekwoordelijke mantel der liefde aantrekken en deze (toch nog ergens jonge) mannen niet te fel beoordelen om hun soms wat ruwe woorden. Bovendien bestaat er de mogelijkheid dat enkele verslagleggers de teksten van andere verslagleggers hebben gemanipuleerd, dus we kunnen nooit met recht iemand beschuldigen van grensoverschrijdende taal.

De teksten van de leden van LOS zijn minimaal geredigeerd om de leesbaarheid te bevorderen.

Dijkstra:

In Griekenland hebben heel veel volkeren gewoond en geleefd. Het tofste volk waren de Spartanen. Slapen op houten bankjes, ijskoud douchen, één keer per dag eten; je kent het wel. De Spartaanse manier van leven was een grote inspiratiebron tijdens de reformatie. En daarom hadden wij het op deze verjaardag van Clearcast koud. IJskoud. Terwijl de avond van gisteren in mijn hoofd nabeukte hoopte ik dat het snel over zou zijn. Wanneer mijn tegenstander nadacht zat ik tegen de verwarming gehurkt; wij zijn niet met 300, wij zijn met 12. Als titelhouder heb je een voorbeeldfunctie voor de kandidaatstitelhouders, dus ik leverde een modelpartij af die werd afgesloten met een stap 4 trucje die Assie later minstens een kwartier zou kosten om op te lossen. Bedankt voor de bananen.

Lambrechts:

Toen ik op vrijdag de kroeg binnenliep en geen Pol zag wist ik dat het goed ging komen. Wij konden relaxed een biertje drinken zonder volledig naar de godverdetyfus te gaan. Dat Pol altijd al de aanstichter van al het kwaad is geweest bleek wel toen hij binnenwandelde met een dronk waar je u tegen zegt. Dat hadden wij mooi ontweken. Goed, na 3 cola’s van Paul en een tocht door de binnenstadse kroegen van Dijkie, Rupert, Flots, de Duitser en deze vent belandden we ruim voor het ochtendgloren (heerlijk die winter) in bed. Dat schaken ging daarna ook wel goed, een creatieve uitspatting op zet 7 werd snel omgezet in auto-pilot en saai tot zet 20. Tegenstander Arjen maakte snel een foutje en verzwakte zijn centrum waardoor ik een zooi pionnen kon winnen en kon afwikkelen naar een gewonnen pionneneindspel. Althans, dat dacht ik, maar toen ik eens goed keek zag ik dat we nog gelijk stonden. Gelukkig was het toch een gewonnen pionneneindspel.

De Jongh:

De trainer zegt dat ik wissel sta. Na de aanvankelijke teleurstelling, wint de blijdschap het. Want schaken onder invloed is prima, maar schaken onder invloed van gisteren is minder. Na vijf pepernoten – nee, niet de kandij die de Sint uitdeelt, maar de shot van de maand op de GSV – voel ik me helemaal weer een beetje de aangeschoten oude. Het speelhok is wat aan de koude kant, maar dat kopen we af door gratis pepernoten – ja, de echte, waar die maatschappelijke discussie over gaat – en koffie uit te delen. Als ik niet beter zou weten zou ik zeggen dat we er beroerd voorstaan na een uur of twee, maar we zijn schwindelaars, nep-FM’s en scharrelaars, dus waarschijnlijk wordt het nog wel 8-0. Na de superlange rokade (0-0-0-0-0) van onze Frieze opponenten komt dat halfje dan toch, de jarige Hendrik is de lul. Hij kan van grootmeesters winnen en van patzers verliezen, maar zoals nu blijkt ook remise spelen, hoewel zeldzaam. Frits wint ook als laatste, waardoor we met 7,5 – 0,5 winnen. Normaal resultaat, sprak de gek arrogant. We blitzen nog wat, eten Chinees, drinken en eten nog een pepernoot of wat, en halen het H’tje weer eens niet [sic! CR]. Al met al een zeer geslaagde tweede thuiswedstrijd van LOS!

De Groot:

Want: “Gisteren was een klote dag, alles kut alles kut.” De laatste serieuze partij van mijn hand was alweer een goed half jaar geleden. Dat was te zien op het bord. Gebrek aan scherpte zorgde voor gemiste kansen. Haastige spoed kwam dit keer ook niet goed. Een halfje tot besluit, met als gevolg urenlange hoon en smaad van mijn teamgenoten. Daarbij verloor ik ook nog van Dijkstra met blitzen. Huilen. Ik ga wel weer crazyhousen.

Pastoor:

Poeh. Wat een lange dag. Gisteravond kon ik gelukkig mijn snor drukken. Vandaag overdag had Renze die eer. Ik mocht als slechtste speler van ons team tegen Bas van der Zwaag, die mij met de witte stukken vanaf zet 8 onder druk zette. Hij hield hier pas mee op toen de tijdnoodfase voorbij was. Ik heb een storm of 4 moeten doorstaan, en op sommige momenten was het een zijden draadje.
Maar de steun van Paul, en zijn biertjes, hebben mij er doorheen geholpen. In een eindspel waarbij ik 1 pionnetje meer mocht hebben, kon ik door een kleine onnauwkeurigheid van Bas aan een 2e pion komen. En toen was de winst binnen.
Les: h5 is goed, h4 is ook goed, h*g3 is ook goed. Maar daarna moet ik gewoon even nadenken…
Ik hou wel heel erg veel van jullie allemaal. Vooral van Jan Joris. Soms, maar ook meestal.

Ten Vergert:

Het was leuk mooi lekker en gezellig! Schaken leuk! Een teamleider die het snapt!
Mijn partij ja dat was leuk! Frans! Pc3 en toen werd het pas echt leuk! De dame ging naar voren, en wilde aanvallen! En dat is wat er gebeurde, dame paard toren aanvallen! Een tegenstander die ik ken van vroeger, in 2011 een echte scandinaaf! Klaas herinnerde zich onze partij nog en was uitstekend op de hoogte van ons schaakverleden! En ja het schaken deze partij werd op het scherpst van de snede gespeeld! Beide voelden we ons winnaar! De avond is nog jong ten tijde van dit verslag, de nacht duurt nog lang! De drankjes zijn lekker! Het team is leuk! Het zijn lieve mensen, aardige mensen, teamgenoten waar ik blij van word.

Rietman:

De sloophamer. Floris heeft hem. Erik-Jan heeft hem. Vele spelers in het team hebben hem. Ik heb hem niet. Ik ben veroordeeld tot eindeloos pielen. Beetje ruimte winnen. Paard naar een beter veld. Die koning, moet hij naar c5? Of moet hij op de koningsvleugel blijven? Kan ik nu afwikkelen? Of moeten de torens toch op het bord blijven? Pieker, pieker, pieker. Koen is klaar. Paul is klaar. Arjan is klaar. In de bar is het gezellig. Meezingen met Aukje Fijn. Jij krijgt die lach niet van mijn gezicht. Shotjes worden afgekondigd. Nog één keer die variant. Moet hij ruilen? Is die vrijpion gevaarlijk? Het wordt vier uur, vijf uur, half zes. Casper komt nog maar eens kijken. Biertje in de hand. Waar is toch die sloophamer?

Groenewold:

Wat een gedonder over een sloophamer. Wanneer je het woord sloophamer neemt, denk ik liever aan sloopkogel. Dit woord staat mij meer aan. Afgezien van dit eindloze gelul wil ik toch eerst iets anders kwijt. Dijkstra, die kennelijk binnenkort tot FM zal benoemd worden, heeft een bijzonder vervelende eigenheid dat hij zijn stoel niet aanschuift wanneer hij zijn bordje verlaat. Heel irritant, ik heb vandaag wel honderd keer zijn stoel aan de kant moeten schuiven. Het is als een bal die je de berg op moet rollen. Een extentialistisch geheel, zoals treffend beschreven door Camus in “le mythe de sysiphe”. Deze zingeving was leidend in mijn partij. Continu geconfronteerd door mijn eigen onkunde probeer ik de problemen op te lossen op mijn bord, die ik zelf teweeg heb gebracht. Een kunstvolle aanval rolt over mij heen nadat ik besluitloos speel. Tandjes op elkaar, hij geeft een stuk weg. Ach wat fijn. Aukje Fijn.

Van Assendelft:

Na met wit een Franse opening tegen te krijgen, speelde Floris een slappe variant. Want ja, Frans is niet leuk. Nadat beide partijen enorm veel tempi hadden verloren met manoeuvres die tot niets leidden, kwam er een normale stelling op het bord. De vragen waren wat wit, maar ook zwart gingen doen. Beide konden verdacht weinig, ondanks de 30 nog aanwezige stukken. Het werd een soort ‘staring contest’: wie het eerste met zijn ogen knippert verliest. Zijn sympathieke tegenstander (die ons vergezelde tijdens het voortzetten van de dag) had niks moeten doen, maar speelde Lxc3 en toen Floris verheugd bxc3 kon doen was het een startschot tot een koningsaanval niet meer te stoppen was: 1-0.

Dijkstra (II):

Gaan we al eten? Ik heb honger.

Kompaan (tegenstander, TAL):

“Ja, tijdens de partij wilde ik deze variant eigenlijk niet uitrekenen, daar was ik te brak voor”. Aldus mijn tegenstander. Het voelt toch slecht om je hele leven met schaken bezig te zijn, maar op zo’n simpele manier van het bord te worden geschaakt. Ondertussen drink ik nu een biertje met de tegenstanders en heb ik door wat een ‘vriendenteam’ echt inhoudt. Een goede sfeer waar iedereen elkaar in zijn waarde laat, ondertussen iedere tegenstander van het bord vegend. Ik wens dit team veel succes in de volgende partijen, ik kom zeker weer eens kijken. Ik ben fan.

Rupert:

21.57 We gaan nog niet naar huis. Soms bijna, maar dan

Pastoor (II):

Na 33 jaren in dit leven, maak ik een testament op van mijn schaakleven. Niet dat ik paard en pion heb weg te geven, en voor slimme jongen heb ik nooit gedeugd.
En van je hela hola, lalalalala

Ten Vergert (II):

Dikke lul dikke lul dikke lul lul lul