Schaken is belastingtechnisch gezien geen sport. De coronaregels vinden schaken wel een sport. Ik ben geneigd om boze tweets sturen naar de heer Omzigt, zodat hij deze waanzin aan de kaak kan stellen. Hij zal het echter wel druk hebben, dus ik laat het erbij. Voorlopig mogen we nog schaken en daar moeten we van de overheid blij mee zijn. Laten we blij zijn met elkaar, toch?!
Steeds vaker komt de roep om logische verklaring van de overheid voor hun beleid op. ‘Men’ ziet de logica achter de maatregelen niet. Bij schaken vindt eenzelfde soort interactie plaats. Je tegenstander doet bepaalde zetten. Soms snap je de logica erachter. In mijn geval meestal niet, of pas achteraf. Het grote verschil tussen de overheid en een tegenstander is dat in onze relatie met de overheid externe attributie plaatsvindt, terwijl na een schaakpartij interne attributie meer een rol speelt. Voordat ik naar Koen toog om de schaakavond te beginnen las ik een bericht van de politie Groningen over de relschoppers van afgelopen weekend. In dat bericht werd overduidelijk geroepen om interne attributie. Een vaardigheid die nogal eens gemist werd. Wellicht eens een verplichte schaakcursus in plaats van of naast een taakstraf?
U bent hier voor een verslag van een schaakwedstrijd, dus laat ik daar maar eens aan beginnen. Onze nieuwbakken teamleider Renze had voldoende mankracht tot zijn beschikking en loste dat luxeprobleem op door te loten wie mocht spelen. Hummel, Pastoor, Renze en Hendrik mochten aantreden tegen Staunton. Staunton viert dit jaar het 150-jarige bestaan van de club. Daartoe is onder andere een schitterende almanak uitgebracht waar zelfs onze eigen Jan Joris Groenewold nog een plekje had.
Een schaakwedstrijd begint voor LOS ruim voor de aanvangstijd. Zo ook bij deze bekerwedstrijd. We werden hartelijk ontvangen bij Koen, alwaar Renze een uitstekende lasagne voor ons bereid had. De wijn vloeide, niet rijkelijk. Vervolgens bleef Renze in zijn rol als teamleider en maande ons tot snelheid bij het opdrinken van de koffie. Zodoende waren we op tijd bij het speellokaal. We kregen bij de loting zwart op bord 1.
Hummel leek op bord 1 comfortabel uit de opening te komen. In het middenspel probeerde zijn tegenstander met een zwischenzug de dame weg te pesten. Hummel liet de dame staan en pakte twee torens en een loper als compensatie. Dat bleek al snel voldoende voor een punt. Ondertussen had Hendrik op bord 2 iets fout gedaan in de opening (what else is new). Zijn tegenstander pakte het echter niet helemaal goed aan waardoor Hendrik een zeer sterk paard in het centrum en de witte velden cadeau kreeg. Zwart rokeerde kort, waarop Hendrik direct g4 en h4 er tegenaan gooide. Een pion werd geofferd en zwart hield het voor gezien. Ietwat aan de vroege kant: een directe winst was er nog niet. Het was echter wel duidelijk dat de witte aanval snel zou doorslaan.
Op bord 4 zat Pastoor tegen een jeugdtalent met een hogere rating. Pastoor deed zetten die door velen als onorthodox zouden worden bestempeld. Niet door mij. Achter de zetten van Pastoor zie ik altijd de logica. Dat betekent overigens niet dat al zijn zetten goed zijn. Zo gaf hij met het logische Dh3 al het voordeel weg. Dan had de tegenstander wel even een combinatie van 10 zetten diep moeten vinden. Die vond hij niet, dus Pastoor kon winnen. Renze had ondertussen op drie de dame veroverd voor wat lichte stukken. De dame bleek veel sterker. Tegenstander Mulder bleef terecht dingen proberen, maar Renze liet zich niet van de wijs brengen en liet paard en dame goed samenwerken om tot matbeelden te komen. Een uitstekend debuut voor de nieuwe teamleider. Het bleef de rest van de avond niet lang onrustig.