Afgelopen zaterdag traden we met LOS aan tegen Meppel. Duiding vooraf: Meppel had nul verliespunten, wij 1. Bij winst zouden we het kampioenschap zelf in de hand hebben. Andere resultaten zouden het initiatief aan Meppel laten. Een ware kraker dus.
In Meppel speelden we in een bovenzaal van een bruin café. 5 liter flessen whisky en flessen whiskey van vijf liter, blikken van Droste, metalen reclameborden van Freddy’s bier. U kent het wel. De deuren waren wat moderner en konden daarom maar vanaf één kant open. Het proces van trial and error om de juiste deurstopper te vinden die zo min mogelijk tocht zou veroorzaken was een genot voor het oog. Bierviltjes bleken de winnaar.
We startten de wedstrijd met 7 man. Last minute invaller Groen was verkeerd gelopen, maar vond de speelzaal toch nog een paar minuten na aanvang. Fijn dat wanneer de nood aan de man is we toch makkelijk 8 borden vol krijgen.
Paul was een weekje ziek geweest. Hij speelde niet opperbest en vroeg of ie een halfje mocht maken. Zo gezegd zo gedaan. Koen moest heel lang nadenken, terwijl zijn tegenstander het nog wist. Koen had nagedacht en toen wist zijn tegenstander het niet meer. Koen won. Je kon merken dat Paul ziek was of het spannend vond. Normaliter voorziet hij de nog spelenden van een pilsje dan wel shotje als hij zelf al klaar is.
Floris speelde een goede pot. Zetjes blijven doen. Tegenstander Jans ging wat frivool met de dame op en neer. Floris offerde een kwal en kreeg lopers waar je u tegen zegt. In al verloren stelling zag Jans mat in 1 over het hoofd. Frits’ partij heb ik niet heel erg gevolgd, hij verloor van GM De Vreugt. Frits had wel goed zijn best gedaan, want zijn tegenstander was moe. Gelukkig kreeg De Vreugt advies over leaseauto’s en zonnepanelen van een clubgenoot/toeschouwer terwijl Berendsen nog aan het zwoegen was om het beslissende halfje tegen ondergetekende. Van zo’n advies kikker je wel lekker op. Praten/fluisteren in een schaakpartij is als ongewenste spreekkoren in een voetbalstadion. Mijn sympathieke tegenstander deerde het allemaal niet. Hij was een bekende remisevariant uit de weggegaan en zwoegde om in de partij te komen. Tal zou trots geweest zijn op onze partij. Berendsen vond met 1 seconde op de klok een enige zet, kwam na de tijdcontrole al gauw opnieuw in tijdnood, maar bleef overeind. Ik deed veel goed in deze partij, behalve winnen. Ik miste een matbeeld met een stand van 3,5-3,5 en liet de boel verzanden naar remise. Die gelijke stand was overigens op het bord gekomen door Groen die een combinatie miste, nadat hij wel 5 op een rij had gewonnen (pionnen op d4 tot h4) en Tjaart die wel kansjes had, maar een slagenwisseling op e6 had gemist en toen in het eindspel gepiepeld werd. Rupert had ondertussen soepel te winnen van Bas de Boer, maar was het wel zo soepel?
4-4 voelde als verliezen, vooral voor mij. Een kater bleef over. Dan mag je shoarma eten, zo gezegd zo gedaan. Een over datum Radler kon er ook nog wel bij. Snel naar binnen smijten en naar Groningen. Frits wilde bier.
Bij de analyse in H’tje kwamen de wildste varianten op het bord met een hoofdrol voor de paarden. Zo werd mijn partij ook nog even bekeken. Hoezo zie je Pc4 niet? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat Casper z’n jas nog terug heeft gevonden. Zijn tas zal voor altijd vereeuwigd zijn in een gedicht. Wellicht te lezen in de volgende bundel van Hummel. Leest u eerst maar eens de eerste: https://www.kleineuil.nl/manufacturer/erik-jan-hummel